Het branden van een schijf begint niet of stopt voordat het gereed is
●
Controleer of alle programma's zijn afgesloten.
●
Schakel de slaapstand en de hibernationstand uit.
●
Controleer of u het juiste type schijf voor uw schijfeenheid gebruikt. Raadpleeg de
gebruikershandleidingen voor meer informatie over schijftypen.
●
Controleer of de schijf correct is geplaatst.
●
Selecteer een lagere schrijfsnelheid en probeer het opnieuw.
●
Als u een schijf kopieert, slaat u de informatie van de bronschijf op de vaste schijf op voordat u
probeert de inhoud te branden op een nieuwe schijf. Brand daarna de nieuwe schijf vanaf de vaste
schijf.
●
Installeer het stuurprogramma voor het apparaat waarmee u schijven brandt opnieuw. Dit
stuurprogramma bevindt zich in de categorie Dvd/cd-rom-stations in Apparaatbeheer.
Een apparaatstuurprogramma moet opnieuw worden geïnstalleerd
1.
Verwijder eventuele schijven uit de optischeschijfeenheid.
2.
Klik op Start en typ apparaatbeheer in het vak Zoekopdracht starten.
Tijdens het typen verschijnen er zoekresultaten in het deelvenster boven het vak.
3.
Klik in het deelvenster met resultaten op Apparaatbeheer. Klik op Doorgaan als u door
Gebruikersaccountbeheer wordt verzocht dat te doen.
4.
Klik in het venster Apparaatbeheer op het plusteken (+) naast het type stuurprogramma dat u wilt
verwijderen en opnieuw installeren (bijvoorbeeld Dvd/cd-rom's of Modems), tenzij er al een
minteken (-) voor staat.
5.
Klik op een vermeld stuurprogramma en druk op de toets delete. Wanneer u hierom wordt
gevraagd, bevestigt u dat u het stuurprogramma wilt verwijderen. Start de computer echter niet
opnieuw op.
Herhaal dit voor eventuele andere stuurprogramma's die u wilt verwijderen.
6.
Klik in het venster Apparaatbeheer op het pictogram Zoeken naar gewijzigde apparaten in de
werkbalk. Windows scant het systeem op geïnstalleerde hardware en installeert
standaardstuurprogramma's voor alle apparaten waarvoor stuurprogramma's vereist zijn.
OPMERKING:
bestanden op en start u de computer opnieuw.
7.
Open indien nodig Apparaatbeheer opnieuw en controleer of de stuurprogramma's nu wel staan
vermeld.
8.
Probeer het apparaat te gebruiken.
Als het probleem niet is opgelost door het verwijderen en opnieuw installeren van de standaard
apparaatstuurprogramma's, moet u mogelijk de stuurprogramma's bijwerken middels de in het volgende
gedeelte beschreven procedures.
70
Hoofdstuk 4 Multimedia
Wanneer u wordt verzocht de computer opnieuw te starten, slaat u alle open