Zoomkader-AF/Zoom-AF ( Super Spot AF)
U kunt inzoomen op een deel van het beeld wanneer de scherpstelling wordt
aangepast. Door een hoge zoomverhouding te kiezen, kunt u de automatische
scherpstelling gebruiken om scherp te stellen op een kleiner gebied dan hetgeen
normaal door het AF-kader wordt aangegeven. U kunt het scherpsteldoel ook
nauwkeuriger positioneren.
Houd de knop waaraan [U] is toegewezen ingedrukt om te wisselen tussen de
volgende schermen:
Wi-Fi
S-IS ON
S-IS ON
1:02:03
P
0.0
250
250 F5.6
Opnamescherm
Wijs [U] toe aan de knop Fn1 of Fn2.
1
• Als u Super Spot AF wilt gebruiken, moet u eerst [U] toewijzen aan de knop Fn1 of
Fn2 (Blz. 85).
2
Druk op de knop waaraan [U] is toegewezen om het zoomkader weer te
geven.
• Als er is scherpgesteld op het onderwerp net voor de knop wordt ingedrukt, wordt
het zoomkader weergegeven in de huidige scherpstelpositie.
• Positioneer het zoomkader met FGHI.
• Druk op de knop INFO en gebruik FG om de zoomverhouding te selecteren.
(×3,×5, ×7, ×10, ×14)
3
Druk nogmaals op de toegewezen knop om in te zoomen op het zoomkader.
• Positioneer het zoomkader met FGHI.
• U kunt de zoomverhouding met de regelaars voor (r) en achter (o) wijzigen.
4
Druk de sluiterknop half in om de autofocus te starten.
• De camera stelt scherp met het motief dat zich in het midden van het beeld bevindt.
Kies een andere focuspositie met FGHI.
• De zoom is alleen op de monitor zichtbaar en heeft geen invloed op de resulterende foto's.
• Houd de toegewezen knop ingedrukt of druk op de knop Q om de zoom te beëindigen
en de AF-weergave van het zoomkader af te sluiten.
• Als u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet tijdens de zoomweergave.
• Tijdens het inzoomen maakt de IS (beeldstabilisator) geluid.
$
Opmerkingen
• Er kunnen ook aanraakbedieningen worden gebruikt.
Wi-Fi
S-IS ON
S-IS ON
ISO-A
200
L
N
Off
FHD
F
30p
P
250
250 F5.6
1023
Kader AF-weergave zoomen
Ingedrukt houden / Q
ISO-A
200
L
N
FHD
F
30p
1:02:03
0.0
1023
AF-scherm zoomen
2
87
NL