[ Trapeziumcorrectie]
Corriger de effecten van perspectief in foto's van gebouwen of landschappen.
1
Markeer [Trapeziumcorrectie] in de AP-modusmenu (Blz. 32) en druk op de
knop Q.
2
Stel het effect in het scherm in en kadreer de
opname.
• Gebruik de voorste regelaar en de achterste regelaar
voor trapeziumcorrectie.
• Gebruik FGHI om een opnameveld te kiezen.
Dit veld kan niet worden gewijzigd, afhankelijk van de
grootte van de correctie.
• Houd de knop Q ingedrukt om wijzigingen te annuleren.
• Om de belichtingscompensatie en andere
opneemopties in te stellen terwijl keystone-compensatie
actief is, drukt u op de knop INFO om een andere
weergave te openen dan voor keystone-compensatie.
Druk om trapeziumcorrectie te hervatten op de knop
INFO tot de trapeziumcorrectie wordt weergegeven.
• Wanneer de grootte van de correctie toeneemt, kunnen de volgende situaties zich
voordoen.
- Het beeld wordt ruw.
- De vergrotingsverhouding voor het bijsnijden van het beeld wordt groot.
- De bijsnijdpositie kan niet worden verplaatst.
3
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen.
• Als de scherpstelindicator knippert, is het onderwerp niet scherpgesteld.
4
Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
• Wanneer [RAW] is geselecteerd voor beeldkwaliteit, worden beelden opgenomen in
RAW+JPEG-indeling.
• Het kan voorkomen dat het gewenste resultaat niet wordt bereikt met voorzetlenzen.
• Afhankelijk van de hoeveelheid correctie kan het voorkomen dat sommige AF-doelen
buiten het weergavegebied liggen. Er wordt een pictogram (g, h, i of j) weergegeven
als de camera scherpstelt op een AF-doel dat buiten het weergavegebied ligt.
• Als een scherpstelafstand is geselecteerd voor [Beeldstab.], zal de correctie worden
aangepast voor de geselecteerde scherpstelafstand. Behalve bij gebruik van een
Micro Four Thirds- of Four Thirds-lens moet een brandpuntsafstand worden gekozen
met de optie [Beeldstab.] (Blz. 78).
Wi-Fi
250 F5.6
250
2
39
NL