Zoomkader-AF/zoom-AF (Super Spot AF)
U kunt inzoomen op een deel van het beeld wanneer de scherpstelling wordt
aangepast. Door een hoge zoomverhouding te kiezen, kunt u de automatische
scherpstelling gebruiken om scherp te stellen op een kleiner gebied dan hetgeen
normaal door het AF-kader wordt aangegeven. U kunt het scherpsteldoel ook
nauwkeuriger positioneren.
2
Wi-Fi
ISO-A
200
250 F5.6 0,0
250
Opnamescherm
1
Wijs vooraf a (zoompictogram) toe aan één van de knoppen met behulp van
[Button Knopfuncties] (Blz. 64).
2
Druk de knop U in en laat hem weer los om het zoomkader weer te geven.
• Wanneer de camera werd scherpgesteld met automatisch scherpstellen net voor de knop
werd ingedrukt, wordt het zoomkader weergegeven in de huidige scherpstelpositie.
• Positioneer het zoomkader met FGHI.
• Druk op de knop INFO en gebruik FG om de zoomverhouding te selecteren.
(×3, ×5, ×7, ×10, ×14)
3
Druk nogmaals op de knop U om in te zoomen op het zoomkader.
• Positioneer het zoomkader met FGHI.
• U kunt de zoomverhouding met de regelaars voor (r) en achter (o) wijzigen.
4
Druk de ontspanknop half in om de autofocus te starten.
• De camera stelt scherp met het motief dat zich in het midden van het beeld bevindt.
Als u de scherpstelpositie wilt wijzigen, verplaatst u deze door het scherm aan te raken.
$
Opmerkingen
• U kunt het zoomkader ook weergeven en verplaatsen met behulp van het aanraakscherm.
Let op
• De zoom is alleen op de monitor zichtbaar en heeft geen invloed op de resulterende foto's.
• Als u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet tijdens de zoomweergave.
• Tijdens het inzoomen maakt de IS (beeldstabilisator) geluid.
50 NL
Wi-Fi
U
U
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
L
N
Off
FHD
F
60P
01:02:03
01:02:03
250
250 F5.6 0,0
30
30
Zoomkader-AF
U
(Ingedrukt houden)
U
U
S-IS AUTO
S-IS AUTO
L
N
FHD
F
60P
U
U
01:02:03
01:02:03
0,0
30
30
/ Q
Zoom-AF