De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeurmodus S)
Modus S is een opnamemodus waarbij u de sluitertijd kiest en de camera automatisch
het juiste diafragma laat bepalen. Draai de functieknop naar S en gebruik de achterste
regelaar om de sluitertijd te kiezen.
Een korte sluitertijd kan een snelle actie "bevriezen" zonder bewegingsonscherpte.
Door een langere sluitertijd wordt een opgenomen snelle actie onscherp. Deze
2
onscherpte roept het gevoel van een dynamische beweging op.
• Met de voorste regelaar kunt u belichtingscorrectie selecteren.
De sluitertijd instellen
• De aanduiding voor de diafragmawaarde knippert als de camera geen correcte
belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsindicatie
(knippert)
2000 F2.8
2000
125 F22
125
• Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
• Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 53 )
34 NL
Langere sluitertijd
60" 15 30 60 125 250 4000
Status
Het motief is
F2.8
onderbelicht.
Het motief is
F22
overbelicht.
Wi-Fi
I S O
400
S
0,0
250
250 F5.6
Sluitertijd
Kortere sluitertijd
Remedie
• Kies in dit geval een langere sluitertijd.
• Kies een snellere sluitertijd.
• Als de waarschuwingsindicatie niet
verdwijnt, is het lichtmeetbereik
van de camera overschreden.
Een in de handel verkrijgbaar
grijsfi lter (ND-fi lter) om de hoeveelheid
licht te beperken is vereist.
S-IS AUTO
S-IS AUTO
L
N
FHD
F
F
60P
01:02:03
01:02:03
38
38