Filmteleconverter
1
Raak het pictogram aan om het zoomkader weer te geven.
• U kunt de positie van het zoomkader wijzigen door het scherm aan te raken of FGHI
te gebruiken.
• Houd Q ingedrukt om het zoomkader terug naar een centrale positie te brengen.
Raak M aan of druk op de knop Fn2 om in te zoomen op het gebied in het
2
2
zoomkader.
• Raak N aan of druk op de knop Fn2 om terug te keren naar de zoomkaderweergave.
3
Raak O aan of druk op Q om het zoomkader te annuleren en de modus
Fimtelevoorzetlens te verlaten.
Let op
• De beeldsnelheid daalt licht tijdens de opname.
• De 2 effecten kunnen niet tegelijkertijd worden toegepast.
• Gebruik een geheugenkaartje met een SD speed class 10 of beter. Een fi lmopname kan
onverwachts stoppen wanneer een trager kaartje wordt gebruikt.
• Wanneer modus 1 is ingesteld voor het nemen van foto's tijdens fi lmopnamen (Blz. 107 ) kunt
u geen foto's maken bij het gebruik van andere fi lmeffecten dan Filmtelevoorzetlens.
• [e-Portret] en [Diorama] kunnen niet samen met Vervaging worden gebruikt.
• Het geluid van aanraakhandelingen en knopbediening kan worden opgenomen.
• Vervaging kan niet worden gebruikt bij het opnemen van clips.
• Bij het fi lmen van slow/quick motion-fi lms, kunt u geen andere fi lmeffecten gebruiken dan
Filmtelevoorzetlens.
F oto's maken tijdens het opnemen van fi lms (Film+fotomodus)
• Druk de ontspanknop in tijdens het fi lmen om een van de beelden van de fi lm als foto
vast te leggen. Druk nogmaals op de knop R om de opname te stoppen. De foto- en
fi lmbestanden worden apart op de geheugenkaart opgeslagen. De opnamemodus van
de foto's is XN (16:9).
• Er is ook een manier om een foto met een hogere kwaliteit vast te leggen. q
[Film+fotomodus] (Blz. 107 )
Let op
• U kunt geen foto's nemen tijdens het opnemen van clips of slow/quick motion als
[Film+fotomodus] is ingesteld op [modus1]. Stel de framesnelheid in op 30p of minder.
Het aantal foto's kan beperkt zijn.
• De autofocus en meting die worden gebruikt in de fi lmmodus kunnen verschillen van deze
die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
De stiltefunctie gebruiken bij fi lmen
U kunt voorkomen dat de camera interne geluiden opneemt tijdens het fi lmen.
De volgende functies zijn beschikbaar als
aanraakhandelingen.
• Power zoom*/Volumeniveau/diafragma/sluitertijd/
belichtingscorrectie/ISO-gevoeligheid
* Alleen beschikbaar met gemotoriseerde zoomlenzen
Raak de tab stil opnemen aan om de functies weer
te geven. Raak na het aanraken van een item de
weergegeven pijlen aan om de instellingen te selecteren.
40 NL
Tabblad stil fotograferen
L
L
42
00
Off
R
R
mm
TC 00:00:00:00 NDF
00:04
00:04
n
3.0
3.0
12800 F5.6
250
+
+
29:55
29:55