Aanduiding op
monitor
m
De interne temperatuur van de
Interne
camera is toegenomen ten gevolge
cameratemperatuur
van repeterende opnamen.
is te hoog. Wacht
even totdat
de camera is
afgekoeld, voordat
u deze gebruikt.
De batterij is uitgeput.
Batterij leeg
De camera is niet op de juiste wijze
verbonden met een computer,
printer, HDMI-scherm of ander
Geen verbinding
apparaat.
De papiervoorraad van de printer
is op.
Geen papier
De inktvoorraad van de printer
is op.
Geen inkt
Het papier in de printer is
vastgelopen.
Vastgelopen
De papiercassette van de printer
is verwijderd of de printer werd
Inst. Veranderd
bediend, terwijl de instellingen op
de camera gemaakt werden.
Er heeft zich een probleem
met de printer en/of de camera
voorgedaan.
Afdrukfout
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn
niet vanuit deze camera afgedrukt
Kan niet afdr.
kunnen worden.
De lens is
De lens van de intrekbare lens blijft
vergrendeld. Schuif
ingeschoven.
de lens uit.
Controleer de
Er heeft zich een afwijking
status van het
voorgedaan tussen de camera en
objectief.
de lens.
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Schakel de camera uit en wacht tot
de interne temperatuur gedaald is.
Wacht even totdat de camera
automatisch wordt uitgeschakeld.
Laat de interne temperatuur van
de camera afkoelen, voordat u de
camera weer in gebruik neemt.
Laad de batterij op.
Sluit de camera opnieuw aan.
Leg een nieuwe voorraad papier in
de printer.
Vervang de inktcassette in de
printer.
Haal het papier dat de printer
blokkeert uit de printer.
Bedien de printer niet, terwijl u
instellingen op de camera maakt.
Schakel camera en printer uit.
Controleer de printer en hef
eventuele storingen op voordat u
beide apparaten weer inschakelt.
Gebruik een computer om de foto's
te printen.
Schuif de lens uit. (Blz. 15 )
Schakel de camera uit, controleer
de verbinding met de lens en
schakel de stroomtoevoer weer in.
10
NL
141