9.
Instelling van de parameters van het tweede niveau
De navolgende parameters zijn toegankelijk indien de gekozen hydraulische opstelling dit verantwoordt.
Om de weergegeven parameters te veranderen, op ok drukken, daarna op + of – en bevestigen met ok.
ACTIE
Druk tegelijk op
ok en Config
Druk op +
Druk op +
Druk op +
Druk op +
Druk op +
Druk op +
Druk op +
Druk op +
Druk op +
WEERGAVE
Gemidd.buitentemp.
– = neen,
= ja
Gemidd.const. t emp. 100
Invloed ruimtetemp.1 +15%
Invloed ruimtetemp.2 +15%
SWW hysteres 10 K
Mengkraan1 ti j d 180s
Mengkraan2 ti j d 180s
Brander 10V modul 10K
Pomp CP
0 V temp. 20°C
Pomp CP
10 V temp. 70°C
Als de functie geactiveerd is, berekent de regelaar een
gemiddelde buitentemperatuur om rekening houden met
de inertie van het gebouw.
Deze parameter gaat samen met de berekening van de
gemiddelde temperatuur. Zie bijkomende verklaring hierna.
Parameters om de correctie van de watertemperatuur af te
meten in functie van de ruimtetemperatuur nr. 1
(instelbaar van 0 tot 40 %).
+15 % betekent dat per graad verschil tussen de gevraagde
en de gemeten ruimtetemperatuur, de correctie van de
watertemperatuur 15 % bedraagt.
Een instelling van 0 % betekent dat de ruimtevoeler als
gewone afstandsinstelling van de temperatuur dient.
Parameters om de correctie van de watertemperatuur af te
meten in functie van de ruimtetemperatuur nr. 2
(instelbaar van 0 tot 40 %).
Toegelaten temperatuurverschil tussen de instel waarde van
het sanitair warm water en de inschakel drempel (instelbaar
van 5 tot 30 K).
Hoe kleiner de waarde is, hoe frequenter de inschakelingen
van de sanitair warmwaterproductie.
Looptijd van de servomotor om van gesloten kraanstand over
te schakelen naar open kraanstand en omgekeerd (instelbaar
van 60 tot 960 s). Deze parameter beïnvloedt het PID‑gedrag
maar heeft geen invloed op de snelheid van de mengkraan.
Looptijd van de servomotor om van gesloten kraanstand over
te schakelen naar open kraanstand en omgekeerd (instelbaar
van 60 tot 960 s). Deze parameter beïnvloedt het PID‑gedrag
maar heeft geen invloed op de snelheid van de mengkraan.
Voor het bepalen van de proportionele band van
de 0–10 V‑uitgang (zie 5.2. Gedrag van de 0–10 V‑uitgang).
Temperatuur die overeenstemt met 0 V voor de bediening
van de primaire pomp (klemmen Y8‑Y9). Instelbaar van 20 tot
80 °C.
Temperatuur die overeenstemt met 10 V voor de bediening
van de primaire pomp (klemmen Y8‑Y9). Instelbaar van 20 tot
80 °C.
VERKLARING
33