2
2
Aanbevolen instellingen
TYPE VERWARMING
Radiatoren
Vloer
Luchtverhitters
Convectoren
Profiel van de stookcurven
Aanvoer-
temperatuur
70
60
50
Maximale temperatuur na de mengkraan
40
Minimale keteltemperatuur
30
20
20
Verschuiving van zomerbedrijf
30
aanvoertemperatuur na de mengkraan nr. 2 bij 20 °C buiten
aanvoertemperatuur na de mengkraan nr. 2 voor ‑10 °C buiten.
Opgelet
: deze instelling is begrensd door de mengkraanparameter temp. max.
verlaging van de aanvoertemperatuur tijdens de nachtverlaging (waarde uitgedrukt in %
van het verschil tussen de twee temperaturen v.d. ingestelde curven).
Voorbeeld : bij een curve 20 tot 70 °C, betekent 50 % verlaging een verlaging van 25 °C van
de aanvoertemperatuur.
Opgelet : indien de buitentemperatuur lager is dan ‑10°C, dan is er geen temperatuur‑
verlaging mogelijk tijdens een verlaagde periode
De instelling van de verlaagde periode wordt toegepast op de 2 stook curven.
CURVE 20 °C
20 °C
20 °C
50 °C
40 °C
15
10
CURVE ‑10 °C
Verlaagde temperatuur :
70 °C
– goed geïsoleerd gebouw : 100 %
40 °C
– gemiddeld geïsoleerd gebouw : 50 %
80 °C
– slecht geïsoleerd gebouw : 25 %
70 °C
5
0
-5
Curve 20–70
voor
1–
-25 °C
Curve
1– :
-50 %
Curve 20–40
voor
2–
-10 °C
Curve
2– :
-50 %
Buiten-
temperatuur
-10