10.
Draai de knop (1) met de klok mee (in de richting van de
pijl) om het lint op te winden.
Draai de knop niet tegen de klok in omdat het lint dan
kan vastlopen.
Zorg ervoor dat het lint niet is gedraaid of beschadigd
wanneer het door de opening tussen de printkop en de
lintgeleider wordt gevoerd.
11.
Sluit de bovenklep van de printer.
12.
Stel de papierdiktehendel in op het gebruikte papier.
'De papierdiktehendel instellen' op pagina
13.
Zet de aan/uit-schakelaar van de printer op ON (AAN).
LET OP!
Verbruiksartikelen en accessoires > 62
1
26.)
(Zie