Copyright 2003. Alle rechten voorbehouden. Oki en Microline are zijn gedeponeerde handelsmerken van Oki Electric Industry Company Ltd. Energy Star is een gedeponeerd handelsmerk van de United States Environmental Protection Agency. Hewlett-Packard, HP, en LaserJet zijn gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company.
SPECIALE OPMERKINGEN IN DEZE HANDLEIDING OPMERKING Een opmerking ziet er zo uit. Opmerkingen zijn toelichtingen of tips met extra informatie om u te helpen het product beter te gebruiken en te begrijpen. LET OP! Een 'let op' ziet er zo uit. Dit zijn speciale opmerkingen met extra informatie om storingen of schade aan het product te voorkomen.
INLEIDING > Zeer betrouwbare en duurzame werking: gemiddeld storingsinterval (MTBF) 20.000 uur als het apparaat 25% van de tijd wordt gebruikt bij een paginadichtheid van 35%. > Geavanceerde papierverwerking, met ingebouwde push- tractor aan achterzijde en de mogelijkheid om kettingpapier af te scheuren zonder papierverspilling.
Pagina 7
Raadpleeg “Papierparkeerfunctie” in “De printer gebruiken” voor meer informatie. Bovenzijde van papier (TOF) Met de functie Bovenzijde van papier (TOF) stelt u de startpositie voor het afdrukken in. De standaardinstelling is 2,54 cm vanaf de bovenzijde. De bovenzijde van het papier kan met stappen van 1/144 inch worden gewijzigd voor een afzonderlijke afdruktaak.
Pagina 8
De papiertransportknop draaien Schakel de printer altijd uit voordat u de papiertransportknop draait! Als u de papiertransportknop draait wanneer de printer is ingeschakeld, wordt de bovenzijde van het papier verkeerd uitgelijnd. Toegang tot de printer bepalen > U kunt bepalen wie toegang tot de printer heeft door de instelling van de functie Bedieningspaneel (Operator Panel Function) in het menu te wijzigen van Full Operation (volledige werking) in Limited Operation (beperkte werking).
Raadpleeg “De printer gebruiken” als u dit wilt wijzigen in een IBM- emulatie. STUURPROGRAMMA’S VOOR DE PRINTER Het Oki-stuurprogramma voor de printer vindt u op de cd die u bij de printer hebt ontvangen. U kunt het Oki-stuurprogramma installeren of een van de andere compatibele stuurprogramma’s selecteren die hieronder bij de softwaretoepassing wordt weergegeven.
Hierbij is X: de letter van het cd-romstation, WinVer de Windows-versie en CodePage de geselecteerde optie. OPMERKING Raadpleeg de Help op de Oki CD-browser voor meer informatie over codetabellen. Nadat de bestanden zijn gekopieerd, klikt u op [Voltooien]. Schakel de printer in.
INTERFACES - ALGEMEEN De printer is uitgerust met een reeks data-interfaces: Probeer nooit de parallelle poort en de USB-poort tegelijkertijd te gebruiken. Parallel - voor rechtstreekse aansluiting op een pc. Voor deze poort is een bidirectionele (IEEE 1289-compatibele) parallelle kabel nodig.
DE USB-KABEL AANSLUITEN Wegens het aantal mogelijke verschillende besturingssystemen is het niet mogelijk elke combinatie te beschrijven. De terminologie kan verschillen per Windows-versie en er wordt aangenomen dat u enige kennis op dit gebied bezit. Raadpleeg de documentatie van de computer of de systeembeheerder als u niet zeker weet hoe u verder moet gaan.
Pagina 13
Controleer in de map Instellingen > Printers of het standaardpapierformaat correct is ingesteld. Onder Eigenschappen > tabblad Algemeen wordt de huidige papierkeuze weergegeven. De printer neemt de aanvankelijke instelling over van de landinstellingen op de hostcomputer. U kunt het papierformaat wijzigen door de vervolgkeuzepijl te gebruiken en een ander formaat te selecteren.
DE PRINTER GEBRUIKEN ONDERDELEN: ACHTERINVOER (KETTINGPAPIER) Het serienummer van de printer bevindt zich op een etiket op de achterzijde van de printer. Papiersteun 5. Bedieningspaneel Papierhendel 6. Geluidsklep AAN/UIT-schakelaar 7. Afdekklep Papiertransportknop ONDERDELEN: BOVENINVOER (LOSSE VELLEN) Papiergeleiders 5. Papiertransportknop Papiersteun 6.
OPMERKING Voor het afdrukken van losse vellen dient de papierhendel zich in de middenpositie te bevinden. BOVENZIJDE VAN PAPIER (TOF) Met de functie Bovenzijde van papier (TOF) stelt u de startpositie voor het afdrukken in. De standaardinstelling is 2,54 cm vanaf de bovenzijde.
OPMERKING > Mogelijk kan de software die u gebruikt de eerste regel boven of onder de ingestelde bovenzijde van het papier afdrukken. Mogelijk dient u TOF aan te passen aan de eisen van de software. > De instellingen van Bovenzijde van papier en Kettingpapier afscheuren beïnvloeden elkaar.
De toets TEAR gebruiken: Zorg ervoor dat er papier in de printer is geplaatst en wacht 2 seconden. Druk op TEAR (3). Als het papier omhoog wordt verplaatst, is de instelling van Kettingpapier afscheuren (Forms Tear-Off) OFF (uit). Als het papier omhoog wordt verplaatst, is de instelling van Kettingpapier afscheuren (Forms Tear-Off) OFF (uit).
Pagina 18
Houd SHIFT (2) ingedrukt en: Druk op LF | Micro Feed Down (3) om de bovenzijde van het papier hoger in te stellen (het papier wordt omlaag verplaatst). Druk op FF/LOAD | Micro Feed Up (4) om de bovenzijde van het papier lager in te stellen (het papier wordt omhoog verplaatst).
Het papier wordt naar de nu ingestelde TOF verplaatst en het SEL-lampje brandt. Als de printer ON line is, drukt u op SEL MENU (1) om ervoor te zorgen dat de printer OFF line is. Het SEL-lampje gaat uit. Houd SHIFT ingedrukt en: Druk op LF | Micro Feed Down (3) om de bovenzijde van het papier hoger in te stellen (het papier wordt omlaag verplaatst).
DE BOVENZIJDE VAN HET PAPIER TERUGZETTEN OP DE FABRIEKSINSTELLING De fabrieksinstelling voor de bovenzijde van het papier (TOF), waar het afdrukken moet beginnen, is 2,54 cm onder de bovenzijde van de pagina. Ga als volgt te werk om de bovenzijde van het papier weer in te stellen op de fabrieksinstelling: Verwijder het papier uit het papierpad.
OPMERKING U kunt het papier ook handmatig naar de afdrukpositie verplaatsen door op TEAR te drukken. Wanneer het afdrukken stopt, wordt het papier na een tussenpauze die u in het menu hebt ingesteld, met deze functie automatisch zo verplaatst dat de perforatie is uitgelijnd met de scheurstang (onder de afdekklep).
DE INSTELLING VAN KETTINGPAPIER AFSCHEUREN WIJZIGEN De standaardinstelling van Kettingpapier afscheuren is OFF. Ga als volgt te werk om de instelling van Kettingpapier afscheuren te wijzigen: Druk op SHIFT (2) + SEL (1). Druk herhaaldelijk op GROUP (3) tot de groep Rear Feed of Bottom Feed in de eerste kolom van de afgedrukte regel wordt weergegeven.
kettingformulieren die worden ingevoerd via de onderinvoer (optionele push-tractor) handmatig naar de afscheurpositie verplaatsen door op TEAR (5) te drukken. PAPIERPARKEERFUNCTIE LET OP! Gebruik de papierparkeerfunctie nooit voor etiketten. Met de papierparkeerfunctie kunt u overschakelen naar het afdrukken van één vel papier zonder het kettingpapier uit de printer te verwijderen.
Pagina 24
Schuif de papierbeugel in de papiersteun. Verplaats de papierhendel (1) naar de middenpositie met de markering “TOP”. Pas de papiergeleiders (1) aan het gebruikte papierformaat aan en plaats een vel papier in de papiersteun. DE PRINTER GEBRUIKEN > 24...
VAN AFZONDERLIJKE VELLEN NAAR KETTINGPAPIER Druk op FF/LOAD om de losse vellen papier te verwijderen. Breng de papiersteun omlaag naar de positie voor kettingpapier. Draai de papierbeugel naar het papiertransportmechanisme. Plaats de papierhendel in de juiste positie. Achterinvoer: DE PRINTER GEBRUIKEN > 25...
Pagina 26
Onderinvoer: Plaats indien nodig kettingpapier in de printer. Druk op FF/LOAD. DE PRINTER GEBRUIKEN > 26...
DE TUSSENRUIMTE VAN DE PRINTKOP De tussenruimte van de printkop is de afstand tussen de printkop en de plaat. LET OP! Zorg ervoor dat de printer uitgeschakeld is voordat u de afdekklep opent. Om de tussenruimte te wijzigen, opent u de afdekklep en verplaatst u de gekleurde hendel (1) naar de instelling die in de tabel wordt aanbevolen.
AFDRUKKWALITEIT Druk op PRINT QUALITY (1) om een van de volgende opties te selecteren: Correspondentiekwaliteit (LQ-lampje brandt): Hoogste kwaliteit, laagste snelheid Keuze uit 7 lettertypen Standaardkwaliteit (UTILITY-lampje brandt): Gemiddelde kwaliteit, gemiddelde snelheid Alleen lettertype Gothic Conceptkwaliteit zeer snel (HSD): Lagere kwaliteit, hogere snelheid Alleen lettertype Gothic OPMERKING Instellingen voor de afdrukkwaliteit en de tekenbreedte die u opgeeft...
TEKENBREEDTE De tekenbreedte bepaalt hoeveel tekens er per regel worden afgedrukt. U kunt een specifieke vaste breedte (10-20) voor elk teken kiezen in tekens per inch (CPI). De hogere cpi-instellingen worden vaak voor spreadsheets gebruikt. Met proportioneel (PROP) wordt de tekenbreedte ingesteld op basis van het teken zelf: de letter i krijgt bijvoorbeeld minder ruimte dan de letter m.
DE PRINTER OPNIEUW INSTELLEN Bij bepaalde fouten is het nodig de printer opnieuw te initialiseren (reset). Hiervoor gaat u als volgt te werk: Druk op de toets SEL (1) en laat deze los om de printer in te stellen op off line. -lampje gaat uit.
Pagina 31
Houd SHIFT (2) ingedrukt en druk op SEL (1) om de instelling op te slaan en de menumodus te verlaten. DE PRINTER GEBRUIKEN > 31...
MENUMODUS In de menumodus gebruikt u de toetsen op het voorpaneel om de standaardwaarden van de printerparameters te wijzigen. De wijzigingen die u in de menumodus aanbrengt, worden automatisch opgeslagen wanneer u de menumodus verlaat en blijven ook opgeslagen wanneer de printer wordt uitgeschakeld. OPMERKING Druk de huidige instellingen van de menumodus af voordat u deze opnieuw instelt of wijzigt.
Als u tegelijk op SHIFT drukt, worden de huidige instellingen voor de gekozen groep afgedrukt. MENU-lampje Brandt wanneer de printer in de menumodus staat. MENUMODUS IN- EN UITGAAN Houd SHIFT ingedrukt terwijl u op SEL drukt. HET MENU TERUGZETTEN OP DE FABRIEKSINSTELLINGEN Schakel de printer uit.
DE MENU-INSTELLINGEN WIJZIGEN Houd SHIFT ingedrukt en druk op SEL om de menumodus te activeren. Gebruik de toetsen GROUP, ITEM en SET om de wijzigingen aan te brengen. Druk op GROUP tot de groep die u wilt wijzigen in de eerste kolom wordt weergegeven.
Pagina 35
Groep Item Instellingen Font Print Mode LQ Courier, LQ Roman, LQ Swiss, LQ Swiss Bold, LQ Orator, LQ Gothic, LQ Prestige, Utility, HSD Pitch 10 cpi, 12 cpi, 15 cpi, 17.1 cpi, 20 cpi Proportional Spacing NO, YES Style Normal, Italics Single, Double Size Tekensets...
Pagina 36
Groep Item Instellingen Bottom Feed Line Spacing 6 LPI, 8 LPI Form Tear-Off Off, 500 ms, 1 sec., 2 sec. Skip Over Perforation No, Yes Page Width (breed model) 8", 13.6" Page Length 11", 11-2/3", 12", 14", 17", 5", 3", 3.25", 3.5", 4", 5.5", 6", 7", 8", 8.5 Top Feed Line Spacing...
Pagina 37
Groep Item Instellingen Set-Up Graphics Bi-directional, Uni-directional Receive Buffer Size 1 Line, 32K, 64K, 128K Paper Out Override No, Yes Print Registration 1 0, bereik tot 0,25 mm naar rechts of naar links, ingesteld in stappen van 0,05 mm. Druk op SEL om de registratie naar links te schuiven;...
Pagina 38
Groep Item Instellingen Serial I/F* Parity None, Odd, Even Serial Data 7/8 bits 8 Bits, 7 Bits Protocol Ready/Busy, X/ON / X/OFF Diagnostic Test No, Yes Busy Line SSD-, SSD+, DTR, RTS Baud Rate 19200 bps, 9600 bps, 4800 bps, 2400, 1200, 600, 300 bps DSR Signal Valid, Invalid...
UITLEG BIJ MENUONDERDELEN Deze uitleg wordt in alfabetische volgorde gegeven, zodat u de onderwerpen gemakkelijker kunt opzoeken. Bepaalde items worden alleen weergegeven wanneer optionele accessoires zijn geïnstalleerd, andere komen in verschillende groepen in het menu voor. Auto CR (automatische regelterugloop). Standaardinstelling: No Alleen bij IBM-emulatie.
Pagina 40
Baud Rate (baudrate). Standaardinstelling: 9600 bps Wordt alleen weergegeven als de optionele seriële interface is geïnstalleerd. Pas deze instelling aan de verzendsnelheid van uw systeem aan. Bi-direction (bidirectioneel). Standaardinstelling: Enable (inschakelen) Wijzig deze instelling als u de bidirectionele transmissie (PnP) in Nibble-modus wilt uitschakelen.
Pagina 41
Busy Time Default (standaardinstelling van bezettijd): 200 ms Wordt alleen weergegeven als de optionele seriële interface is geïnstalleerd. Hiermee stelt u de lengte van de bezettoon in wanneer het Ready/Busy-protocol (standaardinstelling) is ingeschakeld. Centering Position (centreerpositie). Standaardinstelling: DEFAULT (standaardwaarde) Beperkt de bewegingen van de printkop bij het afdrukken van smalle kolommen.
Pagina 42
CSF Type (CSF-type). Standaardinstelling: Wide (breed) Wijzig deze instelling in Narrow (smal) om papierstoringen te voorkomen als u de optionele invoerlade voor losse vellen gebruikt met de brede ML5591-printer. Diagnostic Test (diagnostische test). Standaardinstelling: No Wordt alleen weergegeven als de optionele seriële interface is geïnstalleerd.
Pagina 43
Graphics (afbeeldingen). Standaardinstelling: = Uni-directional (unidirectioneel) Gebruik Uni-directional graphics voor een betere registratie maar langzamer afdrukken. Wanneer dit is ingesteld op Bi-directional, kunt u de registratie optimaliseren met de instelling Print Registration (afdrukregistratie) in het menu. Graphics Speed (snelheid van afbeeldingen). Standaardinstelling: Low (laag) Wijzig deze instelling in HIGH (hoog) wanneer een optimale afdrukkwaliteit niet van belang is.
Pagina 44
Operator Panel Function (functie bedieningspaneel). Standaardinstelling: Full Operation (volledige werking) Stel dit in op Limited Operation (beperkte werking) als u de toetsen PRINT QUALITY (afdrukkwaliteit) en CHARACTER PITCH (tekenbreedte) wilt deactiveren, zodat deze functies alleen via de software kunnen worden ingesteld. Hiermee voorkomt u dat deze instellingen via het bedieningspaneel worden gewijzigd wanneer meerdere mensen de printer gebruiken.
Pagina 45
Paper Out Override (papier op negeren). Standaardinstelling: No Registreert wanneer er minder dan 25 mm (1 inch) papier over is en stopt dan met afdrukken. Stel dit in op Yes als u de sensor wilt uitschakelen en dichter bij de onderzijde van de pagina wilt afdrukken.
Pagina 46
Print Mode (afdrukmodus). Standaardinstelling: LQ Courier (Courier, correspondentiekwaliteit) Hiermee kiest u de afdrukkwaliteit en het lettertype. Print Registration (afdrukregistratie). Standaardinstelling: 0 Stel dit in op de benodigde waarde voor de beste registratie voor bidirectioneel afdrukken. Print Suppress Effective (afdruk onderdrukken actief). Standaardinstelling: Yes Als uw systeem de codes DC1 en DC3 gebruikt voor een andere functie dan de modus Afdruk onderdrukken, stelt u dit in op No.
Pagina 47
Reset Inhibit (blokkering reset), Standaardinstelling: No Kies Yes als u wilt dat de printer de reset-opdracht van software negeert. Hiermee voorkomt u dat de instellingen die u via het voorpaneel of printeropdrachten hebt geselecteerd, worden gewijzigd door uw software. OPMERKING Dit voorkomt ook dat de software bestaande instellingen wist wanneer het afdrukken van een document is voltooid en u overschakelt naar een ander document.
Pagina 48
Skip Over Perforation (perforatie overslaan). Standaardinstelling: No Stel dit in op Yes als de printer naar de volgende pagina moet gaan wanneer die minder dan 25 mm (1 inch) van de onderkant van de pagina is verwijderd. Houd de instelling op No als uw software eigen besturingsinstellingen voor de paginaopmaak heeft.
ONDERHOUD DE INKTLINTCARTRIDGE VERVANGEN Let op! Zorg ervoor dat u het juiste vervangingslint aanschaft voor de printer. Met een onjuist lint drukt de printer niet af. Controleer of het modelnummer van de printer op de verpakking van het lint staat. BEHANDELING VAN INKTLINTCARTRIDGE Bewaar ongebruikte inktlintcartridges in de verpakking tot u ze nodig hebt.
Pagina 50
Draai de gebruikte inktlintcartridge omhoog van de printkop, til de inktlintcartridge op en gooi deze weg. WAARSCHUWING! De printkop kan HEET zijn. Neem de nieuwe inktlintcartridge uit de verpakking en installeer deze. Let op! Verwijder de lintbeschermer (1) niet van het lint! Draai de spoelknop (1) in de richting van de pijl om het lint strak te trekken.
Ga als volg te werk als het lint in contact komt met uw huid: Was uw huid grondig met water en zeep. PAPIER IN DE PRINTER PLAATSEN ACHTERINVOER Verwijder eventueel achtergebleven papier uit het papierpad voordat u papier in de achterinvoer plaatst. Vergrendelingshendel Bovenklep van tractor Pinnen...
Pagina 52
Open de afdekklep (1). Pak de papiersteun vast. Til de papiersteun iets omhoog en schuif de steun vervolgens terug. Draai de papiersteun naar voren en plaats de steun voorzichtig tegen het papiertransportmechanisme. Voorzichtig! Als u de papiersteun te hard tegen het papiertransportmechanisme duwt, kan dit losraken.
Pagina 53
Zoek de tractors (1) op de achterzijde van de printer. Open de vergrendelingshendels (1) en verplaats de rechtertractor (vanaf de achterzijde van de printer) naar de referentiemarkering (2) die overeenkomt met de breedte van het papier dat u wilt plaatsen. Sluit de vergrendelingshendel op de rechtertractor: 5590 5591...
Pagina 54
Plaats kettingpapier op de eerste twee pinnen van een van de tractors. Belangrijk! Beide pinnen dienen hetzelfde aantal papieropeningen te bevatten. Als dit niet het geval is, zal het papier verdraaien en vastlopen. Sluit de klep van de rechtertractor. Verschuif de linkertractor tot de openingen in het papier gecentreerd zijn op de pinnen.
Pagina 55
OPMERKING Als het papier te los of te strak zit, kunnen papierstoringen optreden. Breng de papiersteun omlaag en schuif de steun naar de voorzijde van de printer tot de markeringen op één lijn liggen. Plaats de papierbeugel in de papiersteun op het papiertransportmechanisme.
Pagina 56
Druk op FF/LOAD. OPMERKING De fabrieksinstelling voor de bovenzijde van het papier (TOF), waar het afdrukken moet beginnen, is 2,54 cm onder de bovenzijde van de pagina. Raadpleeg “Bovenzijde van papier (TOF)” in het vorige hoofdstuk als u de instelling wilt wijzigen. Papier voor de achterinvoer plaatsen via de voorzijde van de printer Bij deze aanwijzingen wordt ervan uitgegaan dat u geen toegang hebt tot de achterzijde van de printer.
Pagina 57
Open de afdekklep (1). Pak de handgrepen vast en til de papiersteun op. Trek de vergrendelingshendels omhoog om ze te deblokkeren. OPMERKING De bewegingsruimte van de linkertractor (vanaf de voorzijde van de printer) is beperkt om ervoor te zorgen dat het papier de papiersensor bedekt.
Pagina 58
referentiemarkeringen (1 in onderstaande afbeelding) voor de twee meest voorkomende papierformaten. 5590 5591 Open de tractorkleppen en plaats kettingpapier op de eerste twee pinnen van een van de tractors en sluit vervolgens de klep van de linkertractor. OPMERKING Beide pinnen dienen hetzelfde aantal papieropeningen te bevatten. Als dit niet het geval is, zal het papier verdraaien en vastlopen.
Pagina 59
Verplaats de rechtertractor tot de openingen in het papier zijn gecentreerd op de pinnen. Sluit vervolgens de klep van de rechtertractor en duw de vergrendelingshendel terug. Rek het papier niet uit. Als het papier te los of te strak zit, kunnen papierstoringen optreden. ONDERHOUD >...
Pagina 60
Plaats de papiersteun terug. ONDERHOUD > 60...
Pagina 61
Plaats de papierbeugel (1) in de papiersteun op het papiertransportmechanisme. Druk op FF/LOAD. OPMERKING De fabrieksinstelling voor de bovenzijde van het papier (TOF), waar het afdrukken moet beginnen, is 2,54 cm onder de bovenzijde van de pagina. Raadpleeg “Bovenzijde van papier (TOF)” in het vorige hoofdstuk als u de instelling wilt wijzigen.
BOVENINVOER (LOSSE VELLEN) Als het pad kettingpapier bevat, drukt u op PARK om dit te verwijderen voordat u losse vellen in de printer plaatst. Zorg ervoor dat de printer ingeschakeld is en niet is geselecteerd (SEL-lampje is uit). Verplaats de papierhendel (1) naar de middenpositie (met de markering “TOP”).
Pas de papiergeleiders (1) aan de breedte van het papier aan en plaats een vel papier in de papiersteun. Dit papier wordt in de printer ingevoerd. OPMERKINGEN > Als het papier niet wordt ingevoerd, verwijdert u het papier. Controleer de positie van de papierhendel. Controleer of het ALARM-lampje AAN is: als het knippert, houd u de toets SHIFT ingedrukt en drukt u op CHARACTER PITCH/RESET.
PAPIERSTORINGEN OPHEFFEN PAPIERSTORINGEN IN DE ACHTERINVOER Schakel de printer uit. Gebruik de papiertransportknop om het papier helemaal uit de printer te verwijderen. LET OP! Zorg ervoor dat de printer uitgeschakeld is voordat u de afdekklep opent. Open de afdekklep (1) en verwijder het papiertransportmechanisme (2).
Breng de papiersteun omlaag, installeer het papiertransportmechanisme en sluit de afdekklep. Schakel de printer in en druk op FF/LOAD. ACHTERINVOER, HERHAALDELIJK TERUGKERENDE PAPIERSTORINGEN Als er voortdurend papierstoringen optreden, kan dit worden veroorzaakt door: beschadigd papier onjuist uitgelijnd papier stukjes papier die vastzitten in het papierpad Beschadigd papier Vervang het beschadigde papier door een nieuwe stapel.
Pagina 66
Stukjes papier in het papierpad Schakel de printer uit. Gebruik de papiertransportknop om het papier helemaal uit de printer te verwijderen. LET OP! Zorg ervoor dat de printer uitgeschakeld is voordat u de afdekklep opent. Open de afdekklep (1) en verwijder het papiertransportmechanisme (2).
Pagina 67
Vouw een vel kettingpapier twee maal dubbel zodat de papierlaag vier vellen dik wordt. Plaats dit op de tractors en sluit en vergrendel de kleppen. Gebruik de papiertransportknop om het vierdubbele papier over de plaat te trekken. Zo verwijdert u vastgelopen papiersnippers.
Plaats de papiersteun terug, installeer het papiertransportmechanisme en sluit de afdekklep. Schakel de printer in en druk op FF/LOAD. PAPIERSTORING BIJ LOSSE VELLEN Schakel de printer uit. Gebruik de papiertransportknop om het papier te verwijderen. ONDERHOUD > 68...
Pagina 69
Open de afdekklep (1) en verwijder het papiertransportmechanisme (2). Verwijder eventuele resten gescheurd papier rond de papierwagen. Plaats het papiertransportmechanisme terug en sluit de afdekklep. ONDERHOUD > 69...
DE BEHUIZING SCHOONMAKEN U dient de behuizing van de printer elke zes maanden (of na ongeveer 300 uur gebruik) schoon te maken. LET OP! Gebruik geen sterke oplosmiddelen of agressieve schoonmaakmiddelen: deze kunnen de behuizing beschadigen. Schakel de printer uit. Gebruik de papiertransportknop om het papier uit de printer te verwijderen.
Pagina 71
Plaats het papiertransportmechanisme terug en sluit de afdekklep. ONDERHOUD > 71...
Voldoet het gebruikte papier aan de specificaties voor deze printer? Is het papier juist geplaatst? Is het lint juist geïnstalleerd? Gebruikt u een Oki-lint? Is de tussenruimte van de printkop correct ingesteld? Gebruikt u de juiste printerstuurprogramma’s voor de printer? OPMERKING >...
Pagina 73
Probleem De bestanden van mijn tekstverwerker worden niet afgedrukt op de manier die ik heb ingesteld via het menu en het voorpaneel. Oplossing Onthoud het volgende: Instellingen van de softwaretoepassing kunnen instellingen van het printerstuurprogramma overschrijven. Instellingen van het printerstuurprogramma kunnen de instellingen van het printermenu of het voorpaneel van de printer overschrijven.
Pagina 74
Probleem De printer drukt niet af wanneer de computer gegevens verzendt. Oplossingen Brandt het SEL-lampje? Als dit lampje niet brandt, drukt u op SEL. Controleer of de interfacekabel goed aan de printer en aan de computer is bevestigd. Als u de optionele seriële interfacekaart hebt geïnstalleerd, controleert u of deze stevig in de printer is bevestigd.
Pagina 75
Probleem Ik heb een nieuw lint geïnstalleerd en nu zitten er vlekken en strepen op de afdruk. Oplossing De lintbeschermer (1) ontbreekt of zit los. Verwijder de lintcartridge en controleer de lintbeschermer. Als de beschermer los zit, zet u deze vast. Als de beschermer ontbreekt, zoekt u de beschermer op en installeert u deze.
Pagina 76
Probleem Het ALARM-lampje brandt en het Character Pitch 10-lampje knippert. Oplossing Dit geeft aan dat de papierhendel is ingesteld op de verkeerde positie voor het papier dat u gebruikt. Verplaats deze naar de juiste positie. Probleem Het ALARM-lampje brandt en het Character Pitch 15-lampje knippert. Oplossing Dit geeft aan dat er een papierstoring is.
Pagina 77
Probleem De toetsen Print Quality (afdrukkwaliteit) en Character Pitch (tekenbreedte) op het voorpaneel werken niet. Oplossing U kunt deze toetsen uitschakelen met Operator Panel Function in het menu van de printer (Limited Function). Als de printer onderdeel is van een aangepast systeem of wordt gebruikt door een aantal mensen, is het mogelijk dat de systeembeheerder deze optie heeft gekozen om er zeker van te zijn dat de printer altijd juist is ingesteld.
Omschrijvingen van items en onderdeelnummers vindt u in dit gedeelte. Raadpleeg de leverancier bij wie u de printer hebt gekocht. U vindt een erkende Oki-leverancier op de Oki-website voor uw land. Koppelingen naar alle landen vindt u op: http://www.okieurope.com...
Pagina 79
Optie Onderdeelnummer Onderdeelnummer ML5590 ML5591 Pull-tractor, bovenzijde (1) 09002365 09002369 Push-tractor, onderzijde (2) 09002366 09002370 Papierrolhouder (3) 09002332 Niet van toepassing Invoerlade voor losse vellen (4) Enkelbaks 09000691 09000695 Dubbelbaks 09000692 09000696 Seriële interface RS232C (5) 09002351 09002351 ONDERDELEN EN ACCESSOIRES > 79...
BEDIENINGSCODES VAN DE PRINTER Dit gedeelte bevat de meest gebruikte bedieningscodes van de printer. Een uitgebreide lijst met codes (Engelstalig) vindt u op de cd die bij de printer hoort. De cd gebruiken: Plaats de cd in het cd-romstation en wacht tot de cd automatisch wordt gestart.
Pagina 81
Epson-opdracht ASCII Decimaal Dubbel doorhalen AAN ESC G 27 71 Dubbel doorhalen UIT ESC H 27 72 Paginadoorvoer Formulierlengte: n inch (n = 1 t/m 22) ESC C NUL n 27 67 0 n n regels (n = 1 t/m 127) ESC C n 27 67 n Horizontale tab, uitvoeren...
Pagina 82
Epson-opdracht ASCII Decimaal Perforatie overslaan AAN (n = 1 t/m 127) ESC N n 27 78 n Perforatie overslaan UIT ESC O 27 79 Software I-Prime ESC } NUL 27 125 0 Subscript AAN ESC S 1 27 83 49 Superscript AAN ESC S 0 27 83 48...
Pagina 84
IBM-opdracht ASCII Decimaal Nieuwe regel, uitvoeren: Met regelterugloop n/180 inch, alleen AGM (n = 1 t/m 255) ESC J n 27 74 n n/216 inch, alleen PPR (n = 0 t/m 255) ESC J n 27 74 n n/360 inch (n = 0 t/m 255) ESC % 4 n 27 37 52 n Omgekeerd, n/216...
Pagina 85
IBM-opdracht ASCII Decimaal Bovenzijde van pagina ingesteld op huidige ESC 4 27 52 positie Onderstrepen AAN ESC - 1 27 45 49 Onderstrepen UIT ESC - 0 27 45 48 Unidirectioneel afdrukken: ESC U 1 27 85 49 ESC U 0 27 85 48 Verticale tab, uitvoeren BEDIENINGSCODES VAN DE PRINTER >...
Pagina 88
Item Specificatie Ingebouwde lettertypen: LQ Courier 10 en 12 cpi: Normaal, superscript, subscript Proportioneel: Normaal, superscript, subscript 8 punten: Normaal Schaalbaar: 11-64 punten LQ Letter Gothic 10 en 12 cpi: Normaal Proportioneel: Normaal LQ Prestige 10 en 12 cpi: Normaal Proportioneel: Normaal LQ Orator...
Pagina 89
Papierspecificaties: Papierspecificaties: Papierspecificaties: Papierspecificaties: Losse vellen Invoer: Alleen boveninvoer Gewicht: US Bond 52,6-90 g/m Breedten: ML5590: 183-216 mm ML5591: 183-363,2 mm Enkelvoudig kettingpapier Invoer: Achterzijde, onderzijde Gewicht: US Bond 45-90 g/m Breedten: ML5590: 76,2-254 mm ML5591: 76,2-406,4 mm Zelfkopiërend kettingpapier (orig.
Pagina 90
Opslag: 5 tot 95% relatieve vochtigheid Stroomvoorziening 230 V wisselstroom (+15%, -14%) 50/60 Hz (±2%) 58W - standaard, 10W - niet actief Fysieke specificaties ML5590 Afmetingen: (BxDxH*): 434 x 409 x 153 mm* Gewicht: 7,6 kg ML5591 Afmetingen (BxDxH*): 588 x 409 x 153 mm*...
DE PRINTER INSTALLEREN PLAATS Plaats de printer op een vlakke, stevige ondergrond. Zorg ervoor dat er voldoende ruimte vrij is rond de printer, zodat u makkelijk bij de papiertransportknop en de verschillende papierinvoerpaden kunt. Zorg ervoor dat er een geschikt geaard stopcontact in de buurt UITPAKKEN Neem direct contact op met de leverancier als er items ontbreken.
Pagina 92
Verwijder eventueel verpakkingstape, pak de handgrepen (1) aan beide zijden van de afdekklep beet en draai deze zo ver mogelijk naar de voorzijde van de printer. Verwijder de transportbeveiliging van de printkop. Verwijder de transportbeveiliging van het papiertransportmechanisme (1). DE PRINTER INSTALLEREN > 92...
Pagina 93
Gebruik de handgrepen (1) om de papiergeleider op te tillen en te verwijderen, en verwijder vervolgens de transportbeveiliging. Plaats de papiergeleider terug: plaats de clips aan beide zijden van de papierscheider in de inkepingen die met een driehoek zijn gemarkeerd, en druk omlaag om de papierscheider vast te zetten.
DE INKTLINTCARTRIDGE INSTALLEREN LET OP! Zorg ervoor dat u het juiste vervangingslint aanschaft voor de printer. Met een onjuist lint drukt de printer niet af. BEHANDELING VAN INKTLINTCARTRIDGE Bewaar ongebruikte inktlintcartridges in de verpakking tot u ze nodig hebt. Voorzichtig: de inkt van het lint kan vlekken veroorzaken die niet verwijderd kunnen worden.
Pagina 95
Neem de nieuwe inktlintcartridge uit de verpakking en plaats de cartridge op de printkop. LET OP! Verwijder de lintbeschermer (1) niet van het lint. Draai de spoelknop (1) in de richting van de pijl om het lint strak te trekken. Sluit de afdekklep en schakel de printer in.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET Zorg ervoor dat de printer en de computer uitgeschakeld zijn. Sluit het netsnoer aan op de achterzijde van de printer, en vervolgens op een geaard stopcontact. Schakel de printer in. DE PRINTER INSTALLEREN > 96...
AANSLUITING OP DE COMPUTER PARALLEL (LPT), IEEE 1284 Hiervoor is een bidirectionele kabel met een maximale lengte van 1,8 m. nodig. Deze wordt niet meegeleverd. De printer bevat een 36-pins aansluiting. Zorg ervoor dat de printer en de computer uitgeschakeld zijn. Sluit een geschikte bidirectionele kabel aan op de parallelle connector op de achterzijde van de printer.
Sluit een geschikte USB-kabel aan op de printer. Sluit de kabel vervolgens aan op de computer. Schakel de computer en de printer weer in. PAPIER IN DE PRINTER PLAATSEN Raadpleeg “Papier in de printer plaatsen” in het hoofdstuk “Onderhoud” voor instructies voor het plaatsen van papier. DE PRINTER TESTEN Lettertypetest Rolling ASCII-test...
Pagina 99
Lettertypetest LET OP! Model ML5591 met brede papierwagen: Als u 8,5 inch papier gebruikt om de tests uit te voeren, dient u ervoor te zorgen dat de papierbreedtekeuze in het printermenu op 8,5 inch is ingesteld. Als u dit niet doet, kan het afdrukken op de plaat de printer beschadigen.
Pagina 100
Rolling ASCII-test LET OP! Model ML5591 met brede papierwagen: Als u 8,5 inch papier gebruikt om de tests uit te voeren, dient u ervoor te zorgen dat de papierbreedtekeuze in het printermenu op 8,5 inch is ingesteld. Als u dit niet doet, kan het afdrukken op de plaat de printer beschadigen.
Pagina 101
Druk op SEL om de test te beëindigen. Hexadecimale dumpmodus Wanneer de printer op hexadecimale dumpmodus wordt ingesteld, worden alle ontvangen gegevens, inclusief tekst en printeropdrachten in hexadecimale indeling en ASCII-indeling afgedrukt. De volgende regel BASIC-code LPRINT CHR$ (27);”0”;CHR$ (30);”THIS IS AN EXAMPLE OF A HEXADECIMAL DUMP.”...
CONTACTGEGEVENS VAN OKI Oki Systems (Holland) b.v. Oki Systems (Holland) b.v. Oki Systems (Holland) b.v. Oki Systems (Holland) b.v. Oki Systems (Belgium) Oki Systems (Belgium) Oki Systems (Belgium) Oki Systems (Belgium) Postbus 690 Schaarbeeklei 49 - 51 2130 AR Hoofddorp...
Pagina 106
ML5590/91 Central House Balfour Road, Hounslow TW3 1HY United Kingdom tel +44 (0) 20 8219 2190 Fax +44 (0) 20 8219 2199 07044307 Iss.02...