PROBLEEM
Papiervervorming of
vastgelopen papier.
Er verschijnen blanco
regels op de afdruk.
Het overslaan van
perforatie-interliniëring
komt niet overeen met
de fysieke
afscheurperforatiepositi
es.
Abnormale overschakeling tussen de modus voor losse vellen en de
modus voor kettingpapier.
Er wordt geen los vel
ingevoerd.
Er wordt geen
kettingpapier
ingevoerd.
De papierinvoer voor
losse vellen en
kettingpapier wordt
geactiveerd.
OORZAAK
Het papier wordt
geladen met de
linkeropeningen niet
recht tegenover de
rechteropeningen.
Ongelijk afstand tussen
de linker- en
rechterpintractors, het
papier raakt hierdoor
los.
Papier wordt scheef
ingevoerd.
De papierbeweging is
geblokkeerd.
De papierbron staat te
ver van de printer.
Het papier is niet
geschikt voor de printer.
U hebt Perforatie
overslaan voor
afscheurperforaties
geselecteerd.
De papierlengte die in
de toepassing is
geselecteerd, komt niet
overeen met de fysieke
papierlengte.
De printer staat in de
modus voor
kettingpapier.
De printer staat in de
modus voor losse
vellen.
Het losse vel is niet
uitgevoerd.
Problemen oplossen > 55
ACTIE
Plaats het papier met
de linkeropeningen
recht tegenover de
rechteropeningen.
Verplaats de pintractors
om het papier strak te
spannen.
Verplaats het papier om
het recht te maken.
Verwijder de blokkering.
Zet de papierbron
dichter bij de printer.
Gebruik papier dat
geschikt is voor de
printer.
Annuleer Perforatie
overslaan voor
perforatie-interliniëring.
Pas de in de toepassing
geselecteerde
papierlengte aan aan de
fysieke papierlengte.
Selecteer de
papierlengte in het
aantal regels in de
toepassing.
Zet de papiertypehendel
in de stand voor losse
vellen.
Zet de papiertypehendel
in de stand voor
kettingpapier.
Voer het losse vel uit.