3.
Verwijder verfrommeld of beschadigd papier, en pas de lengte- en breedtegeleiders
correct aan het papier aan.
4.
Duw de lade helemaal in de printer.
OPMERKING
Controleer of het papierformaat dat in de papierlade is ingesteld, overeenkomt
met het formaat dat op het bedieningspaneel is ingesteld. Als de formaten
overeenkomen, drukt u op de knop Select (Selecteren). Als de
papierformaten niet overeenkomen, wijzigt u het formaat in het
bedieningspaneel.
5.
Open klep A en verwijder vastgelopen papier.
pagina 37.
6.
Sluit klep A.
Als u vastgelopen papier uit lade 3 en 4 TTM wilt verwijderen, raadpleegt u
vastgelopen in de lade met hoge capaciteit (lade 6) of de tweetandemlade (TTM)' op
pagina 48.
Zie 'Klep A aan de binnenkant' op
Problemen oplossen > 47
'Papier is