Plaats de buitenunit op een stabiele ondergrond om vibratie en
●
geluidstoename te voorkomen.
Zoek uit welke leidingopties er mogelijk zijn en bepaal de plaats voor
●
de leidingen.
Verwijder het zijpaneel door aan de hendel te trekken nadat u het
●
haakje hebt losgemaakt door dit naar beneden te trekken.
Richt deze kant (aanzuigkant) van
de kast naar de muur.
Verwijder het zijpaneel voor het
aansluiten van de leidingen en
kabels.
Trek omlaag
AFVOER CONDENSWATER VOOR DE BUITENUNIT
In de bodem van de buitenunit zitten drainagegaten voor condenswater.
●
Om het condenswater weg te laten lopen, wordt de kast 100 mm boven de
●
grond op een blok of frame gemonteerd (zie afbeelding). Sluit de afvoer
op een van de gaten aan.
Steek eerst een deel van de knie (deel A) door de bodem en trek deze
●
vervolgens in de richting van de pijl terwijl u de knie door de bodem heen
duwt. Controleer na het aanbrengen of de afvoerbuis goed vast zit.
BODEMPLAAT
AFVOERBUIS
BUS
Bij gebruik en installatie in koude gebieden
Wanneer de airconditioner bij lage temperaturen of omstandigheden
met sneeuw wordt gebruikt, kan water van de warmtewisselaar op de
bodem bevriezen en de afvoer blokkeren. Plaats de bussen niet als de
airconditioner in zulke gebieden wordt gebruikt. Houd een afstand van
ten minste 250 mm aan tussen het drainagegat en de grond. Raadpleeg
de leverancier voor meer informatie als u de afvoerpijp gebruikt.
Raadpleeg de installatie- en onderhoudshandleiding voor koude
gebieden voor meer informatie.
WAARSCHUWING
DIT APPARAAT MOET GEAARD ZIJN.
!
●
Procedures voor bedrading
1. Installatieprocedure en opmerkingen
De installatieplaats moet voor een tweedelige airconditioner met zorg
worden gekozen omdat deze na installatie moeilijk te verplaatsen is.
1.1 Bedrading
(1) Sluit de elektrische bedrading tussen de binnen- en buitenkast aan
volgens Fig. 1-1. Maak geen fout bij het aansluiten.
Wanneer het apparaat verkeerd is aangesloten, werkt dit niet goed
en dit kan storing veroorzaken.
(2) De verbindingskabel moet vastgezet worden met de kabelklem
naast het aansluitpaneel.
1.2 De verbindings- en voedingskabel aansluiten
(1) Knip en strip de verbindingskabel en de voedingskabel volgens Fig.
1-2.
(2) Sluit de voedings- en verbindingskabel aan op het aansluitpaneel.
(Fig. 1-3)
(3) Zet de verbindings- en voedingskabel met de metalen
kabelklemmen vast. (Fig. 1-3)
Afknippen aansluitsnoer (detail)
Groen/geel (aarde)
Voedingskabel
Afknippen voedingskabel (detail)
Groen/geel (aarde)
Verbindingskabel
Voor binnenkast nr. 1 (1, 2, 3)
en binnenkast nr. 2 (1, 2, 3)
Fig. 1-2
Het gestripte gedeelte van de draadkern moet 10 mm lang zijn en stevig worden bevestigd in de aansluitklem. Probeer de draad eruit te trekken
●
om te controleren of het contact stevig is. Bij onjuiste aansluiting kan de aansluitklem verbranden.
Gebruik alleen kabel die voor het gebruik met een airconditioner is gespecifi ceerd.
●
Raadpleeg de installatiehandleiding voor het aansluiten van kabels en zorg dat de techniek aan de norm voor elektrische installaties voldoet.
●
Er is spanningsverlies tussen de L en N aansluitpunten als het apparaat aan staat. Zorg er daarom voor dat de stekker uit het stopcontact is.
●
1
Isolatie en onderhoud van aansluitingen
De aansluitingen moeten volledig zijn afgedicht met thermisch
●
isolatiemateriaal en worden samengebonden met een rubberen band.
Bind de buis en de voedingskabel samen met vinyl zoals u ziet in de
●
afbeelding voor de installatie van de binnen- en buitenunits. Bevestig
ze vervolgens op hun plaats met de houders.
Voor een nog betere isolatie en ter voorkoming van watercondensatie
●
dekt u het buitengedeelte van de afvoerslang en de leiding af met
een isolatiebuis.
Dicht alle gaten helemaal af met stopverf.
●
Isolatiemateriaal voor pijpaansluiting
Mof van
beschermingsbuis
Stopverf
Stopverf
<
>
IA2628: A
1
Voorbereiding van de leiding
Gebruik een pijpsnijder om de
●
koperen leiding te snijden.
Een gekartelde rand veroorzaakt lekkage.
●
Richt de zijde die moet worden ingekort tijdens het snijden naar beneden om
●
te voorkomen dat koperdeeltjes in de buis terechtkomen.
Breng de wartelmoer aan voor het fl enzen.
●
Matrijs
Matrijs
Buitendiameter
Flensgereedschap
Dikte (mm)
mm (inch)
6,35 (1/4")
0,8
9,52 (3/8)
0,8
12,70 (1/2)
0,8
2
Buisverbinding
Verwijdert u een wartelmoer van een binnenunit, verwijder dan
!
eerst een moer aan de kant met de kleine diameter, anders zal een
afdichting aan de kant met de grote diameter naar buiten komen.
LET OP
Voorkom dat er tijdens het werken water in de leidingen komt.
BUS
AFVOERBUIS
Kant met kleine diam.
Wartelmoer
Kant met grote diam.
Dop
ventielkop
Momentsleutel
Ventielkerndop
Sleutel
Spindel
Aansluitschema
Binnenkast
Binnenkast nr. 1
Schroef voor aarde
Aansluitpaneel
Groen/
Verbindingskabel
geel
(4-aderig 1,5 mm
2
)
Schroef voor aarde
Aansluitpaneel
Aansluitpaneel
Schroef voor aarde
Voor binnenkast nr. 1
Buitenkast
Groen/geel
Voedingskabel
2
2,5 mm
Fig. 1-1
Aardedraadaansluiting van binnen naar buiten
Methode 1 (gescheiden)
Methode 2 (gecombineerd)
Vanaf Indoor 1
Vanaf Indoor 2
Vanaf Indoor 1
Schroef voor aarde bij buitenunit
Schroef voor aarde bij buitenunit
Beide methoden voor het aansluiten van de aardedraad zijn toegestaan.
Zorg dat de aardedraad stevig aan de schroef bevestigd is.
WAARSCHUWING
!
Laat wat lengte over bij het aansluitsnoer
●
voor toekomstig onderhoud en zorg dat het
snoer vastzit met de kabelklem.
Zet het aansluitsnoer op de mantel vast
●
met de kabelklem. Oefen geen kracht op
de kabel uit omdat dit tot oververhitting of
brand kan leiden.
WAARSCHUWING
!
2
Voedingsbron en werking testen
Voedingsbron
!
WAARSCHUWING
Maak geen aanpassingen aan de stekker en verleng de lange
●
kabel niet.
Zorg dat het snoer lang genoeg is en oefen geen externe druk
●
op de stekker uit omdat dit kan leiden tot een slecht contact.
Zet het snoer niet vast met snoerklemmen.
●
De stroomkabel wordt makkelijk warm. Bind de kabels niet
●
samen met een draad of tie-wrap
.
Proefdraaien
Meet de voedingsspanning voordat u de werkingstest uitvoert.
●
Zorg ervoor dat de airconditioner zich tijdens de werkingstest in
●
normale werkingsomstandigheden bevindt.
1. Laat het apparaat in de koelmodus (in de zomer) of in de
verwarmingsmodus (in de winter) werken.
2. Druk op de temperatuurknop op de afstandsbediening om de
gewenste temperatuur in te stellen op 16,0°C voor de koelmodus
of 32,0°C voor de verwarmingsmodus. Stel de gewenste
ventilatorsnelheid in op
(hoog).
3. Laat de airconditioner minimaal 20 minuten werken en controleer
of de lucht uit de airconditioner koel of warm is.
3
Lucht verwijderen uit de leiding en inspecteren op gaslekkages
Snijgereedschap
Koperen buis
LET OP
!
Gebruik de R32-optromper.
●
Koperen buis
A (mm)
Conventioneel fl ensgereedschap
voor R32
Koppeling
Vleugelmoer
Koppeling
0,0 ~ 0,5
1,0 ~ 1,5
1,5 ~ 2,0
0,0 ~ 0,5
1,0 ~ 1,5
1,5 ~ 2,0
0,0 ~ 0,5
1,0 ~ 1,5
1,5 ~ 2,5
Buiten dia.
Aandraaimoment (Nm)
·
van leiding
(kgf
cm)
Voorkom dat vocht binnendringt in de leidingaansluiting.
●
Er mag geen koelolie worden aangebracht buiten de
14,0 – 18,0 (140 ~ 180)
●
6,35 (1/4")
fl ens.
9,52 (3/8")
33,0 – 42,0 (330 ~ 420)
Als koelolie wordt aangebracht buiten de fl ens, kan de
12,70 (1/2")
50,0 – 62,0 (500 ~ 620)
wartelmoer buitensporig vast komen te zitten, kan de
6,35 (1/4")
19,6 – 24,5 (200 ~ 250)
wartelmoer barsten, kan de fl ens kapotgaan en kan er
19,6 – 24,5 (200 ~ 250)
9,52 (3/8")
gaslekkage optreden.
12,7 (1/2")
29,4 – 34,3 (300 ~ 350)
Gebruik het regelventiel niet als de verpakking
●
12,3 – 15,7 (125 ~ 160)
beschadigd is. Draai de spindel niet te vast aan.
Kant met kleine
6,35 (1/4")
Gaslekkage uit het onderhoudsventiel kan gasophoping
3,92 ~ 5,88 (40~60)
diam.
9,52 (3/8")
veroorzaken. Bij contact met een ontstekingsbron kan
Kant met grote
er dan in zeldzame gevallen brand ontstaan.
12,7 (1/2")
9,80 ~ 10,78 (100~110)
diam.
Bedrading van de buitenunit
Verwijder de zijplaat voor de bedrading.
●
Binnenkast nr. 2
Als het zijpaneel niet past vanwege het aansluitsnoer, duwt u het snoer in de richting van
●
Schroef voor aarde
!
het voorpaneel om dit te verhelpen.
Zorg dat de haakjes van het zijpaneel goed vastzitten. Zo niet, dan kan lekkend water
●
WAARSCHU-
kortsluiting of storing veroorzaken.
Aansluitpaneel
WING
Het aansluitsnoer mag het vulventiel en de leidingen niet raken. (Deze wordt heet tijdens
●
het verwarmen.)
Elektriciteitsbron en spanningsbereik controleren
Groen/
geel
Controleer voor installatie de voeding en breng de vereiste bedrading aan. Gebruik de hieronder vermelde
●
draadvermogens voor aansluiting van de buitenkast vanuit de zekeringkast van de huisinstallatie. Houd
daarbij rekening met de stroom van de geblokkeerde rotor.
Controleer op de plaats van installatie de capaciteit en toestand van de elektriciteitsinstallatie.
●
Laat, afhankelijk van het model airconditioner, de klant de noodzakelijke elektrische voorzieningen etc.
aanbrengen.
Aansluitpaneel
Tot deze elektrische voorzieningen behoren ook de bedrading naar de buitenunit. In omgevingen waar de
betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet laag is, wordt gebruik van een spanningsregelaar aanbevolen.
Installeer de buitenunit binnen het stroombereik van de installatiekabel.
Schroef voor aarde
●
Voor binnenkast nr. 2
BELANGRIJK
Voor (Voedingskabel - L, N, Aarde)
Kabeltype
Draaddoorsnede
3-aderig
Voor (Verbindingskabel - 1, 2, 3, Aarde)
Vanaf Indoor 2
Kabeltype
Draaddoorsnede
4-aderig
Bind de verbindingskabels
samen om ze tussen de
openingen te laten passen.
Aardepen (optioneel)
(Aardedraad en aardepen worden niet meegeleverd. Gebruik
de onderstaande optionele onderdelen.)
BELANGRIJK
Zekeringautomaat
16A
4. Druk op de aan-uitknop op de afstandsbediening en
controleer of de airconditioner stopt met werken.
Als de indicatielampjes van de binnenkast knipperen
●
terwijl er een zoemer klinkt tijdens de werkingstest,
moet u een controle uitvoeren volgens de onderstaande
procedures.
Knipperpatroon
indicatielampjes
Alle indicatielampjes
Controleer of de spindels van
knipperen
beide servicekleppen open staan.
herhaaldelijk drie
(De buitenventilator kan ongeveer
keer.
15 minuten blijven werken nadat
het apparaat is gestopt, voor
beschermingsdoeleinden. Wacht
tot de buitenventilator is gestopt
voordat u het apparaat opnieuw
start.)
Voordat een controle wordt uitgevoerd en het apparaat
●
opnieuw wordt gestart, moet de voeding worden gereset
door de stroomonderbreker uit te schakelen:-
1. en weer in te schakelen na minimaal 5 minuten, of
2. door eenmaal op de tijdelijke schakelknop te drukken
terwijl de voeding is uitgeschakeld.
Procedures voor vacuümpomp en
Als de meter tijdens het pompen -101 kPa
(-76 cmHg) bereikt, draait u het ventiel
lucht verwijderen
helemaal dicht.
Verwijder de afsluiting van de ventielkern zoals
u ziet in de afbeelding. Sluit vervolgens de
bijvulslang aan. Verwijder de afsluiting van de
1
Vulslang
ventielkop. Sluit de vacuümpompadapter aan
Afsluiting
op de vacuümpomp en sluit de bijvulslang
aan op de adapter.
Draai de ventielknop "Hi" voor de verdeelleiding
helemaal dicht en draai "Lo" helemaal los. Laat
2
de vacuümpomp circa 10~15 minuten draaien
en draai dan het ventielknop "Lo" helemaal
Draai bij het starten van het pompen de
wartelmoer een beetje los om te controleren
dicht en schakel de vacuümpomp uit.
of lucht wordt aangezogen. Draai de moer
vervolgens weer vast.
Verwijder de vulslang en draai de afsluiting van
3
de ventielkern vast. Controleer de afsluiting
op gaslekkage.
Schroef de spindel van het ventiel volledig los
tegen de klok in, om de stroom van koelvloeistof
4
te starten (gebruik de inbussleutel).
Afdekking van
ventielkop
Zet de dop terug op het onderhoudsventiel
5
en draai met een sleutel vast. Controleer de
afsluiting op gaslekkage. De taak is voltooid.
Controleren op gaslekken
LET OP
Gebruik een gaslekdetector om te
!
controleren of er lekkage ontstaat als
een wartelmoer wordt aangebracht zoals
in de afbeelding rechts.
Als er sprake is van lekkage, draait u
de aansluiting strakker aan om het lek
te stoppen. (Zorg ervoor dat u de R32-
detector gebruikt)
WAARSCHUWING
!
Sluit de verbindingskabel aan op Indoor 1 (1, 2, 3) voor
●
binnenkast 1, Indoor 2 (1, 2, 3) voor binnenkast 2.
2,5 mm
2
Kabellengte
1,5 mm
2
max. 25 m
Sluit de aardedraad aan
Verwijder de schroef en klem,
sluit de kabel aan en sluit de
klem weer met de schroef.
Fig. 1-3
Aardedraad
Leg de stroomkabels dusdanig
Type aardepen
Lengte
dat het onderhoudsventiel niet
SP-EB-2
900 mm
wordt geraakt.
LET OP
!
Opmerking:
Gebruik voor de voedingskabel buiten een
●
flexibele, met polychloropreen beklede
kabel, niet lichter dan aangegeven volgens
60245 IEC 57.
!
LET OP
Laat het apparaat niet langer dan 5 minuten
●
werken als de spindel van de serviceklep
gesloten is. Het apparaat kan anders defect
raken.
Laat de deuren en ramen niet lange tijd
●
openstaan als het apparaat in de koelmodus
of de droogmodus werkt (de luchtvochtigheid
Wat controleren?
in de ruimte is altijd hoger dan 80%). Het
vocht condenseert, waardoor er af en toe
water naar beneden druppelt. Hierdoor kan
uw meubilair nat worden.
Leg aan de klant uit hoe het apparaat op de
●
juiste manier moet worden bediend, zoals wordt
beschreven in de gebruikershandleiding.
Als de binnenkast niet werkt, controleert u of
●
de kabel correct is aangesloten.
Doe de lamp aan in de ruimte waarin de
●
binnenkast is geplaatst en controleer of de
afstandsbediening normaal werkt.
LET OP
!
Test één kast per keer om te controleren
●
of de bedrading goed is aangesloten.
Drukmeter
Gesloten R32
Ventiel voor
verdeelleiding
Afsluiting
Vacuümpomp
Adapter voor
vacuümpomp
Lichaam van
ventiel
Afdekking van
ventielkern
Zeskantsleutel
Afdekking van
ventielkop
LET OP
!