ALLEEN VOOR ONDERHOUDSPERSONEEL
TWEEDELIGE AIRCONDITIONING
INSTALLATIEHANDLEIDING
Buitenkast
RAM-110NP6B
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Neem de veiligheidsmaatregelen aandachtig door voordat u de kast gebruikt.
●
De inhoud van dit gedeelte is cruciaal voor de veiligheid. Let met name op de volgende symbolen.
●
!
WAARSCHUWING ....... Een onjuiste installatiemethode kan ernstige of fatale verwondingen tot
gevolg hebben.
!
LET OP ....... Een onjuiste installatie kan ernstige gevolgen hebben.
Vergeet niet de aardleiding aan te sluiten.
Dit symbool in de tekeningen geeft een verbod aan.
Controleer na de installatie of het apparaat correct werkt. Leg aan de klant uit hoe het apparaat op de juiste manier
wordt bediend, zoals wordt beschreven in de gebruikshandleiding.
!
Laat de leverancier of een bevoegde monteur het apparaat installeren. Waterlekkage, kortsluiting of brand kunnen het gevolg zijn wanneer
●
u zelf de kast installeert.
Volg tijdens het installeren de instructies in de installatiehandleiding. Onjuiste installatie kan lekkage, elektrische schokken of brand
●
veroorzaken.
Zorg dat de kasten worden gemonteerd op locaties die sterk genoeg zijn om het gewicht van de kasten te dragen. Als dat niet het geval
●
is, kan de kast vallen en gevaar opleveren.
Houd u aan de regels en voorschriften voor de elektrische installatie en aan de methoden die in de installatiehandleiding worden beschreven
●
voor het uitvoeren van de elektrische werkzaamheden. Gebruik stroomkabels die door de bevoegde instanties van uw land zijn goedgekeurd.
Gebruik de aangegeven kabel om de binnen- en buitenkasten met elkaar te verbinden. Controleer of de verbindingen stevig vastzitten nadat
●
de geleiders van de draad in de klemmen zijn bevestigd. Een onjuiste bevestiging en losse contacten kunnen leiden tot oververhitting en
brand.
Gebruik de aangegeven onderdelen voor de installatie. Anders kunnen de kasten vallen of kunnen lekkage, elektrische schokken of brand
●
het gevolg zijn.
Gebruik de leidingen die voor R-410A zijn gespecifi ceerd. Anders loopt u het risico van defecte koperen leidingen of storingen.
●
●
Wanneer u een airconditioning installeert of verwijdert, is alleen het aangegeven koelmiddel (R410A) toegestaan. Zorg dat er geen lucht
of vocht in de koelcyclus achterblijft. Zo niet, dan kan de druk in de koelcyclus abnormaal hoog worden en kan een breuk ontstaan.
Zorg voor voldoende ventilatie als tijdens het werk koelmiddel weglekt. Als koelmiddel in contact komt met vuur, kan een giftig gas ontstaan.
●
Controleer na het voltooien van de installatie of er geen koelmiddel weglekt. Als koelgas in de ruimte lekt en in contact komt met vuur in
●
het verwarmingsgedeelte of in de verwarming van de ruimte, kan een giftig gas ontstaan.
Niet toegestane wijzigingen in de airconditioning kunnen gevaarlijk zijn. Als de kast uitvalt, moet u contact opnemen met een bevoegde
●
airconditioningmonteur of elektricien. Onjuiste reparaties kunnen leiden tot lekkage, elektrische schokken en brand, enzovoort.
●
Verbind de aardedraad van de voedingskabel met de buitenkast én verbind de buiten- en de binnenkast ook met een aardedraad.
Een slechte aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
Er moet een afzonderlijke groep in de zekeringkast worden geïnstalleerd voor de voeding van de buitenkast. Bij een andere installatiewijze
●
moet een hoofdschakelaar met een contactopening van meer dan 3,5 mm zijn geïnstalleerd. Zonder stroomonderbreker bestaat het gevaar
van een elektrische schok.
Plaats de kast niet bij een locatie met ontvlambaar gas. De buitenkast kan in brand vliegen als deze in
●
aanraking komt met ontvlambaar gas.
Draai de wartelmoer met een momentsleutel vast met het aangegeven moment. Als de wartelmoer te hard wordt aangedraaid, kan deze
●
na verloop van tijd scheuren en lekkage van koelmiddel veroorzaken.
Zorg dat het water goed doorstroomt wanneer u de afvoerslang installeert.
●
●
Gebruik een IEC-goedgekeurde elektriciteitskabel. Type elektriciteitskabel: NYM.
DE KEUZE VAN DE STANDPLAATS
(Houd rekening met de onderstaande opmerkingen en zorg voor toestemming van de klant voor de installatie).
WAARSCHUWING
!
De buitenkast moet worden gemonteerd op een plaats die veel gewicht kan dragen. Anders nemen vibratie en geluid toe.
●
De plaats voor installatie bepalen: Een geschikte plaats vermindert het effect dat regen en direct zonlicht kunnen hebben op
●
de werking van het apparaat. Daarnaast moet ook een goede en onbelemmerde ventilatie mogelijk zijn.
De lucht die uit het apparaat komt, mag niet direct op planten of dieren zijn gericht.
●
De afstanden voor vrije ruimte aan de boven-, rechter- en linkerkant worden in de onderstaande afbeelding weergegeven.
●
Minstens drie van de zijden moeten vrij staan.
●
Zorg dat de warme lucht en het geluid van het apparaat de omgeving niet storen.
Plaats de kast niet bij een locatie met ontvlambaar gas.
●
De locatie moet geschikt zijn voor waterafvoer.
●
Plaats de buitenkast en de verbindingskabel minstens één meter verwijderd van een antenne of televisie-, radio- of telefoonkabel
●
om signaalruis te voorkomen.
Afbeelding met installatie van de buitenkast.
Hoogteverschil
Het hoogteverschil tussen de binnenkasten mag niet meer dan 5 m bedragen.
Binnenkast 1 Binnenkast 2 Binnenkast 3 Binnenkast 4 Binnenkast 5 Binnenkast 6
Buitenkast
Maximaal
= 5 m
Leidinglengte
Binnenkast 1 Binnenkast 2 Binnenkast 3
Binnenkast 4 Binnenkast 5
Buitenkast
(L1 + L2 + L3) = (L4 + L5 + L6) = Maximaal 45 m
Echter, (L2 + L3) = (L5 + L6) = Maximaal 35 m
Minimum piping length for each indoor unit is 3m.
Maximum piping length for one indoor unit is 25m.
Wanneer de leidinglengte meer dan 35 meter bedraagt, voegt u 20 gram
koelmiddel R410A toe voor elke extra meter.
Flensadapter voor leidingen
LET OP
!
Of de fl ensadapter voor leidingen
Zorg ervoor dat u vier
●
nodig is, is afhankelijk van de
of meer binnenkasten
combinatie van binnenkasten.
ø 9,52 (3/8") ➝ ø 12,7 (1/2")
aansluit.
●
Onderdeelnummer TA261D-4 001
De leidingaansluitpunten van de buitenkast en de te verbinden binnenkasten
zijn hieronder weergegeven.
Eén kast van 1,5 kW, 1,8 kW, 2,5 kW, 3,5 kW
Eén kast van 1,5 kW, 1,8 kW, 2,5 kW, 3,5 kW
Eén kast van 1,5 kW, 1,8 kW, 2,5 kW, 3,5 kW of 5,0 kW
(Kast van 5 kW: optionele fl ensadapter voor leidingen
benodigd.)
Eén kast van 1,5 kW, 1,8 kW, 2,5 kW, 3,5 kW
Eén kast van 1,5 kW, 1,8 kW, 2,5 kW, 3,5 kW
Eén kast van 1,5 kW, 1,8 kW, 2,5 kW, 3,5 kW of 5,0 kW
(Kast van 5 kW: optionele fl ensadapter voor leidingen
benodigd.)
SLUIT MINSTENS VIER BINNENKASTEN AAN
DE AANSLUITING VAN KASTEN OP BINNEN 3 EN BINNEN 6 IS VEREIST. ZONIET,
ONTSTAAT IN DE WINTER IJSVORMING AAN DE ONDERKANT VAN DE CONDENSER.
Er kunnen maximaal drie binnenunits op de buitenunit worden aangesloten,
met een maximaal gezamenlijk vermogen van 11 kW.
<
>
IA1298: B
INS RAM-110NP6B-(NL) 1
INS RAM-110NP6B-(NL) 1
Neem de installatieprocedures aandachtig door
●
voordat u met de installatie begint.
De leverancier moet klanten op de hoogte stellen
●
van de juiste installatiewijze.
Vereist gereedschap voor installatie
(Aanduiding
is speciaal gereedschap voor R410A)
+ – Schroevendraaier
Rolmaat
Mes
●
●
●
ø 65 mm Boormachine
Inbussleutel (
●
●
Steek-/ringsleutel (14, 17, 22, 26 mm)
●
Pijpsnijder
Kit
Afdichttape
Tangen
●
●
●
●
Flensgereedschap
Vacuümpompadapter
●
Ventielverdeelblok
Vulslang
Vacuümpomp
WAARSCHUWING
LET OP
!
LET OP
!
Verwijder het zijpaneel door aan de hendel te
trekken nadat u het haakje heeft losgemaakt
door dit naar beneden te trekken.
Richt deze kant (aanzuigkant)
van de kast naar de muur.
(Binnen ± 20 m)
Binnenkast 6
Namen van onderdelen van de buitenkast
Nr.
Onderdeel
Bus
10
Afvoerbuis
11
Bus
12
AFVOER CONDENSWATER VOOR DE BUITENKAST
In de bodem van de buitenkast zitten drainagegaten voor
●
condenswater.
Om het condenswater weg te laten lopen, wordt de kast (zie
●
afbeelding) 100 mm boven de grond op een blok of frame
gemonteerd. Sluit de afvoer op een van de gaten aan.
Steek eerst een deel van de knie (deel A) door de bodem en
●
trek deze vervolgens in de richting van de pijl terwijl u de knie
door de bodem heen duwt. Controleer na het aanbrengen
of de afvoerbuis goed vast zit.
Bodemplaat
AFVOERBUIS
Voor gebruik en installatie in koude gebieden
Wanneer de airconditioner bij lage temperaturen of
omstandigheden met sneeuw wordt gebruikt, kan water van
de warmtewisselaar op de bodem bevriezen en de afvoer
blokkeren. Plaats de bussen niet als de airconditioner in
zulke gebieden wordt gebruikt. Houd een minimale afstand
van 250 mm aan tussen het drainagegat en de grond.
Raadpleeg de leverancier voor meer informatie als u de
afvoerpijp gebruikt.
Raadpleeg de installatie- en onderhoudshandleiding voor
meer informatie over koude gebieden.
Als u de koperen leidingen en isolatie ter plekke op maat wilt maken, raden wij het volgende aan.
Nr.
Materiaal
4,0 kW of
minder
1
Koperen
leiding
5,0 kW
4,0 kW of
Zaag
●
minder
4mm)
2
Wartelmoer
Gaslekmeter
5,0 kW
3
Isolatie voor koelleiding
4
Verbindingskabel
5
PVC-tape
6
Afdichting (kit)
7
Koelolie
8
Mof voor koelleiding
1. Geschikte installatieplek
1.1 Buitenkast
(1) Laat rondom het apparaat voldoende ruimte over voor onderhoud en een goede ventilatie van het apparaat.
(2) De noord- of oostkant van een gebouw is het meest geschikt voor de installatie. Wanneer het apparaat aan de zuid- of westkant moet
worden geïnstalleerd, moet een scherm worden geplaatst. (In dat geval mag het scherm de ventilatie niet hinderen.)
(3) Het is beter het apparaat niet op een vieze, stoffi ge of niet tegen regen beschermde plek te plaatsen.
(4) Plaats zo dicht mogelijk bij de binnenkast.
(5) Plaats de kast op een stevige ondergrond om vibratie en geluid te minimaliseren.
(6) Fixeer de leidingen en bedrading na het aanleggen.
●
!
WAARSCHUWING
●
2.
Voor het elektrische gedeelte moet een onderbreker met een
contactopening van meer dan 3 mm zijn geïnstalleerd. Tijdens
schoonmaak of onderhoud moet deze schakelaar uitgezet worden.
3. Installatieprocedure en opmerkingen
De installatieplaats moet voor een tweedelige airconditioner met zorg
worden gekozen omdat deze na installatie moeilijk te verplaatsen is.
3.1 Bedrading
(1) Sluit de elektrische bedrading tussen de binnen- en buitenkast
aan volgens Fig. 3-1. Maak geen fout bij het aansluiten.
Wanneer het apparaat verkeerd is aangesloten, werkt dit niet
goed en dit kan storing veroorzaken.
(2) De verbindingskabel moet vastgezet worden met de kabelklem
naast het aansluitpaneel.
Procedures voor bedrading
Binnenkast nr. 1
Schroef voor aarde
Aansluitpaneel
Verbindingskabel
(4-aderig 1,5 mm
2
)
Schroef voor aarde
Aansluitpaneel
Aansluitpaneel
Schroef voor aarde
Voor binnenkast nr. 1
Groen/geel
Voedingskabel 2,5 mm
2
Het gestripte gedeelte van de draadkern moet 10 mm lang zijn en stevig worden bevestigd in de aansluitklem. Probeer de draad eruit
●
te trekken om te controleren of het contact stevig is. Bij onjuiste aansluiting kan de aansluitklem verbranden.
Gebruik alleen voedingskabels die door de bevoegde instanties van uw land zijn goedgekeurd. Bijvoorbeeld in Duitsland: kabeltype:
●
NYM 3x1,5 mm
2
. (zekeringautomaat = 25A)
Raadpleeg de installatiehandleiding voor het aansluiten van draden op de klemmen van de kasten. De bekabeling moet voldoen aan
●
de normen voor elektrische installatie.
Er is sprake van spanningsverlies tussen de aansluitklemmen L en N. Schakel daarom de hoofdschakelaar uit voordat er onderhoud
●
wordt uitgevoerd.
Bedrading van de buitenkast
Verwijder het zijpaneel voor de bedrading.
●
Als het zijpaneel niet past vanwege de aansluitkabel, duwt u de kabel in de richting van het voorpaneel
●
om dit te verhelpen.
!
Zorg dat de haakjes van het zijpaneel goed vastzitten. Zo niet, dan kan lekkend water kortsluiting of storing
●
veroorzaken.
WAARSCHUWING
De aansluitkabel mag het vulventiel en de leidingen niet raken. (Deze wordt heet tijdens het verwarmen.)
●
Verwijder het
zijpaneel voor
3.3 Elektriciteitsaanvoer en
het aansluiten
spanningsbereik controleren
van de leidingen
Controleer voor installatie de voeding en breng
en kabels.
●
de vereiste bedrading aan. Bepaal de juiste
capaciteit van de kabels met de hieronder
vermelde draadvermogens voor aansluiting
vanaf een pooltransformator en voor bedrading
Trek omlaag
vanaf een schakeling in de zekeringkast naar
de hoofdschakelaar en naar de buitenunit.
Houd daarbij rekening met de stroom van de
geblokkeerde rotor.
Controleer op de plaats van installatie de capaciteit
●
en toestand van de elektriciteitsinstallatie.
Aantal
Laat, afhankelijk van het model airconditioner, de
klant de noodzakelijke elektrische voorzieningen
3
etc. aanbrengen.
Dit geldt tot en met een stopcontact voor aansluiting.
In omgevingen waar de betrouwbaarheid van het
elektriciteitsnet laag is, wordt gebruik van een
1
spanningsregelaar aanbevolen.
1
BELANGRIJK
Zekeringautomaat
25A
[Installatie van buitenkasten]
Monteer de buitenkast op een stabiele, betonnen
ondergrond en gebruik de twee ankerbouten uit
de houten pallet ter voorkoming van trillingen
en lawaai.
Bepaal de plaats voor leidingen nadat de
verschillende types aanwezige buis bekend zijn.
meer dan 200 mm
meer dan 50 mm
indien geïnstalleerd
op dak of balkon
BUS
AFVOERBUIS
BUS
meer dan 100 mm
meer dan 700 mm
Specifi caties
Pijp van zuurstofarm getemperd koper met een buitendiameter van 6,35 mm
Kleine diam.
en wanddikte van 0,8 mm.
Pijp van zuurstofarm getemperd koper met een buitendiameter van 9,52 mm
Grote diam.
en wanddikte van 1,0 mm.
Pijp van zuurstofarm getemperd koper met een buitendiameter van 6,35 mm
Kleine diam.
en wanddikte van 0,8 mm.
Pijp van zuurstofarm getemperd koper met een buitendiameter van 12,7 mm
Grote diam.
en wanddikte van 1,0 mm.
Wartelmoer met 6,35 mm buitendiameter
Kleine diam.
Grote diam.
Wartelmoer met 9,52 mm buitendiameter
Kleine diam.
Wartelmoer met 6,35 mm buitendiameter
Wartelmoer met 12,7 mm buitendiameter
Grote diam.
PE-isolatiebuis met schuimrubber die de koperen leiding niet aantast.
Pijpkant met grote diam.: 15 mm binnendiam., 8 mm wanddikte
●
Pijpkant met kleine diam.: 8 mm binnendiam., 7 mm wanddikte
●
Raadpleeg deel 3.3.
Dit apparaat moet geaard zijn.
De stroomtoevoer gaat via de buitenkast. Sluit de stroom niet aan op de binnenkast.
3.2 De verbindings- en voedingskabel aansluiten
(1) Knip en strip de verbindingskabel en de voedingskabel
volgens Fig. 3-2.
(2) Sluit de voedings- en verbindingskabel aan op het
aansluitpaneel. (Fig. 3-3)
(3) Zet de verbindings- en voedingskabel met de metalen
kabelklemmen vast. (Fig. 3-3)
Groen/geel
(aarde)
Voedingskabel en
Verbindingskabel
Afknippen voedingskabel (detail)
Fig. 3-2
Aansluitschema
Binnenkast
Binnenkast nr. 2
Binnenkast nr. 3
Binnenkast nr. 4
Binnenkast nr. 5
Schroef voor aarde
Schroef voor aarde
Schroef voor aarde
Schroef voor aarde
Aansluitpaneel
Aansluitpaneel
Aansluitpaneel
Aansluitpaneel
Groen/
Groen/
Groen/
Groen/
geel
geel
geel
geel
Aansluitpaneel
Aansluitpaneel
Aansluitpaneel
Aansluitpaneel
Schroef voor aarde
Schroef voor aarde
Schroef voor aarde
Schroef voor aarde
Voor binnenkast nr. 2
Voor binnenkast nr. 3
Voor binnenkast nr. 4
Voor binnenkast nr. 5
Buitenkast
Fig. 3-1
WAARSCHUWING
!
WAARSCHUWING
!
Sluit de verbindingskabel aan op Indoor 1 (1, 2, 3) voor binnenkast 1, Indoor
●
2 (1, 2, 3) voor binnenkast 2, Indoor 3 (1, 2, 3) voor binnenkast 3, Indoor 4
(1, 2, 3) voor binnenkast 4, Indoor 5 (1, 2, 3) voor binnenkast 5 en Indoor 6
(1, 2, 3) voor binnenkast 6.
BELANGRIJK
Voor (Voedingskabel - L, N, Aarde)
Kabeltype
Draaddoorsnede
3-aderig
2,5 mm
2
Voor (Verbindingskabel - 1, 2, 3, Aarde)
Kabeltype
Draaddoorsnede
2
4-aderig
1,5 mm
Bind de verbindingskabels
samen om ze
tussen de openingen te
laten passen.
Sluit de aardedraad aan
Sluit de aardedraad aan
meer dan 100 mm
Laat zo veel mogelijk
ruimte vrij
Aardedraad
Type aardepen
SP-EB-2
meer dan 200 mm
Aardepen (optioneel)
(Aardedraad en aardepen worden niet
meegeleverd. Gebruik de onderstaande
optionele onderdelen.)
Ankerbout
(4 plaatsen)
Groen/geel
(aarde)
Verbindingskabel
Voor binnenkast nr. 1 (1, 2, 3),
binnenkast nr. 2 (1, 2, 3),
binnenkast nr. 3 (1, 2, 3),
binnenkast nr. 4 (1, 2, 3),
binnenkast nr. 5 (1, 2, 3) en
binnenkast nr. 6 (1, 2, 3).
Binnenkast nr. 6
Schroef voor aarde
Aansluitpaneel
Groen/geel
Groen/
geel
Verbindingskabel
(4-aderig 1,5 mm
2
)
Aansluitpaneel
Schroef voor aarde
Voor binnenkast nr. 6
!
LET OP
Opmerking:
Gebruik voor de voedingskabel buiten
●
een fl exibele, met polychloropreen
beklede kabel, niet lichter dan
aangegeven volgens 60245 IEC 57.
Kabellengte
max. 25 m
Verwijder de
schroef en klem,
sluit de kabel
aan en sluit de
klem weer met de
schroef.
Verwijder de
schroef en klem,
sluit de kabel
aan en sluit de
klem weer met de
schroef.
Lengte
Fig. 3-3
900 mm
LET OP
!
Leg de stroomkabels
dusdanig dat het
onderhoudsventiel niet
wordt geraakt.
8/6/15 4:46 PM
8/6/15 4:46 PM