3
Warmtebron grondwater
A
Restopvoerhoogte in
hPa (mbar)
10.2.4.2 Restopvoerhoogte omgevingscircuitpomp
VWF 8x/4 bij nominale volumestroom
A
800
700
600
1
500
400
300
200
100
0
40
50
60
1
Warmtebron lucht
2
Warmtebron bodem
3
Warmtebron grondwater
10.2.4.3 Restopvoerhoogte omgevingscircuitpomp
VWF 11x/4 bij nominale volumestroom
A
800
2
700
1
600
500
400
300
200
100
0
40
50
60
1
Warmtebron lucht
2
Warmtebron bodem
3
Warmtebron grondwater
10.3
Aanvoertemperatuur in het CV-bedrijf
instellen (zonder aangesloten thermostaat)
1.
Activeer het manuele bedrijf.
–
Menu → Installateurniveau → Configuratie → Vrij-
gave noodbedrijf
2.
Druk op
( ).
◁
Op het display verschijnt de aanvoertemperatuur in
het CV-bedrijf.
3.
Verander de aanvoertemperatuur in het CV-bedrijf met
of
.
0020213383_03 flexoTHERM exclusive Installatie- en onderhoudshandleiding
B
Pompvermogen in %
2
3
70
80
90
100
A
Restopvoerhoogte in
hPa (mbar)
B
Pompvermogen in %
3
70
80
90
100
A
Restopvoerhoogte in
hPa (mbar)
B
Pompvermogen in %
Verhelpen van storingen 11
–
Max. aanvoertemperatuur CV-bedrijf: 75 ℃
4.
Bevestig de wijziging met (
10.4
Aanvoertemperatuur in het koelbedrijf
instellen (zonder aangesloten thermostaat)
1.
Activeer het manuele bedrijf.
–
Menu → Installateurniveau → Configuratie → Vrij-
gave noodbedrijf
2.
Druk tweemaal op
◁
Op het display verschijnt de waarde van de aan-
voertemperatuur in het koelbedrijf.
3.
Verander de aanvoertemperatuur in het koelbedrijf met
of
.
4.
Bevestig de wijziging met (
Aanwijzing
Af fabriek kan de aanvoertemperatuur in het
passieve koelbedrijf tussen 20 °C en 16 °C
B
ingesteld worden.
10.5
Product aan de gebruiker opleveren
▶
Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking van
de veiligheidsinrichtingen.
▶
Instrueer de gebruiker over de bediening van het product.
▶
Wijs de gebruiker vooral op de veiligheidsvoorschriften
die hij in acht moet nemen.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzaak om het product
volgens de opgegeven intervallen te laten onderhouden.
▶
Overhandig de gebruiker alle handleidingen en product-
papieren, zodat hij/zij deze kan bewaren.
11 Verhelpen van storingen
11.1
Live monitor (actuele productstatus)
weergeven
Menu → Live Monitor
–
Met behulp van de live monitor kunt u de actuele product-
status laten weergeven.
B
Statuscodes - overzicht (→ Pagina 43)
11.2
Foutcodes controleren
Het display geeft de foutcode F.xxx weer. Een tekst ver-
klaart bijkomend de weergegeven foutcode.
Foutcodes hebben prioriteit voor alle andere indicaties.
Foutcodes (→ Pagina 45)
Als er meerdere fouten tegelijk optreden, dan geeft het
display de bijbehorende foutcodes afwisselend gedurende
telkens twee seconden weer.
▶
Verhelp de fout.
▶
Om het product weer in bedrijf te nemen, drukt u op
(→ gebruiksaanwijzing).
OK).
.
OK).
reset
31