Code
Betekenis
F.733
Verdampings Temperatuur te laag
F.735
Verdampings temperatuur te hoog
F.740
Omgevings inlaat Temperatuur te
laag
F.741
Afgiftesyst. inlaat Temperatuur te
laag
F.742
Omgevings inlaat temperatuur te
hoog
F.743
Afgiftesyst. inlaat temperatuur te
hoog
F.783
Verbindingsfout: Terminal board
(TMB)
resp. netaansluitingsprintplaat
F.784
Verbindingsfout: Aanloopstroom-
begr.
56
Oorzaak
–
Geen doorstroming in het omge-
vingscircuit (CV-bedrijf)
–
Te geringe energie-opbrengst in
het omgevingscircuit (CV-bedrijf) of
afgiftecircuit (koelbedrijf)
–
Temperatuur in het afgiftecircuit
(CV-bedrijf) resp. omgevingscircuit
(koelbedrijf) te hoog voor compres-
sorbedrijf
–
Voeding van externe warmte in het
omgevingscircuit
–
Inlaattemperatuur in het omgevings-
circuit te laag voor compressorstart
verwarmen:
–
Lucht/brijn: omgevingscircuitinlaat-
temperatuur < -28 °C
–
Grond/brijn: omgevingscircuitinlaat-
temperatuur < -7 °C
–
Grondwater/brijn: grondwaterinlaat-
temperatuur < 2 °C
–
Retourtemperatuur in het afgiftecir-
cuit te laag voor compressorstart
Verwarmen:
–
Retourtemperatuur < 5 °C
Koelen:
–
Retourtemperatuur < 10 °C
–
Inlaattemperatuur in het omgevings-
circuit te hoog voor compressorstart
–
Brijninlaattemperatuur > 50 °C
–
Voeding van externe warmte in het
omgevingscircuit
–
Retourtemperatuur in het afgiftecir-
cuit te hoog voor compressorstart
Verwarmen:
–
Retourtemperatuur > 55 °C tot 60 °C
(afhankelijk van de brijninlaattempe-
ratuur)
Koelen:
–
Retourtemperatuur > 35 °C
Kabel niet of verkeerd aangesloten
Kabel niet of verkeerd aangesloten
Oplossing
–
Debiet in het omgevingscircuit con-
troleren
–
Dimensionering van het omgevings-
circuit controleren (CV-bedrijf) voor
bodem/brijn en grondwater/brijn
–
Als thermostaatkranen in het afgifte-
circuit voorhanden zijn, op geschikt-
heid voor koelbedrijf controleren
(koelbedrijf)
–
VWL_SA (CV-functie)
–
Ventilatoreenheid op vervuiling
controleren
–
EEV controleren (loopt de
EEV in de eindaanslag?
sensor/actortest gebruiken)
–
Lagedruksensor en compressorin-
laatvoeler controleren
–
Inbreng externe warmte verlagen of
onderbreken
–
Ontdooier controleren (verwarmt
hoewel Uit in de sensor-/actortest?)
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Lagedruksensor en compressorin-
laatvoeler controleren
–
Dimensionering van het omgevings-
circuit controleren
–
Sensoren controleren
–
Verwarmen: vierwegklep op werking
controleren
–
Verwarmen: vierwegklep op werking
controleren
–
Omgevingscircuit controleren
–
Sensoren controleren
–
Inbreng externe warmte verlagen of
onderbreken
–
Koelen: vierwegklep op werking
controleren
–
Sensoren controleren
Verbindingskabel tussen de netaanslui-
tingsprintplaat en thermostaatprintplaat
controleren
Verbindingskabel tussen de netaanslui-
tingsprintplaat en aanloopstroombegren-
zer controleren
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020217097_06