12.3
Onderhoudsmeldingen controleren
Als het symbool
op het display weergegeven wordt, dan
heeft het product een onderhoudsbeurt nodig of het product
bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus.
▶
Voor meer informatie roept u de Live Monitor op.
(→ Hoofdstuk 11.1)
▶
Voer de in de tabel vermelde onderhoudswerkzaamhe-
den uit. (→ Bijlage I)
Voorwaarde: Lhm. 37 wordt weergegeven
Het product bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus. Het
product heeft een permanente storing herkend en gaat ver-
der met beperkt comfort.
Als één van de temperatuursensoren afgiftecircuituitlaat, om-
gevingscircuitinlaat of omgevingscircuituitlaat uitvalt, dan
loopt het product met de reservewaarden verder. Actief koel-
bedrijf is niet meer mogelijk.
▶
Om vast te stellen welke component defect is, leest u het
foutgeheugen uit. (→ Hoofdstuk 11.3)
Aanwijzing
Als er een foutmelding is, dan blijft het pro-
duct ook na een reset in de comfortveiligheids-
modus. Na een reset wordt eerst de foutmel-
ding weergegeven voor opnieuw de melding
Beperkt bedr. (comfortbescherming) ver-
schijnt.
▶
Controleer de weergegeven componenten en vervang
deze.
12.4
Inspectie- en onderhoudschecklist
In de volgende tabel zijn de inspectie- en onderhoudswerk-
zaamheden terug te vinden die u met bepaalde intervallen
moet uitvoeren.
Nr.
Werkzaamheden
1
Controleer het product
op algemene toestand en
dichtheid.
2
Controleer de druk in het
CV-circuit en vul evt. ver-
warmingswater bij.
3
Controleer en reinig de
vuilzeven in het CV-circuit.
4
Controleer de hoeveelheid
en concentratie van de
brijnvloeistof en de druk in
het brijncircuit. Vul eventu-
eel brijnvloeistof bij.
5
Controleer het expansievat
en de veiligheidsklep in
het brijncircuit op perfecte
werking.
6
Controleer het expansievat
en de veiligheidsklep in
het CV-circuit op perfecte
werking.
7
Controleer op ondichthe-
den in het brijn- en CV-cir-
cuit, hef deze indien nodig
op.
0020217097_06 Installatie- en onderhoudshandleiding
Inspectie
Onder-
(elk jaar, ten
houd
laatste binnen
(om de 2
24 maanden)
jaar)
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Nr.
Werkzaamheden
8
Controleer de leidingvei-
ligheidsschakelaar in de
schakelkast op onberispe-
lijke werking.
Waarschuwing!
Ontstekingsgevaar bij soldeerwerkzaam-
heden aan het koudemiddelcircuit
Bij soldeerwerkzaamheden aan het koude-
middelcircuit bij reparatie bestaat ontste-
kingsgevaar door brandbare olie in het kou-
demiddelcircuit.
▶
Maak vóór soldeerwerkzaamheden het
koudemiddelcircuit leeg en spoel het met
inert gas.
12.5
Vuldruk van de CV-installatie controleren en
corrigeren
Als de vuldruk onder de minimumdruk daalt, wordt een on-
derhoudsmelding op het display weergegeven.
–
Minimumdruk CV-circuit: ≥ 0,05 MPa (≥ 0,50 bar)
▶
Vul CV-water bij om de warmtepomp opnieuw in gebruik
te nemen. (→ Hoofdstuk 7.1.2)
▶
Als u vaak een drukverlies vaststelt, dan dient u de oor-
zaak te zoeken en te verhelpen.
12.6
Vuldruk van het brijncircuit controleren en
corrigeren
Als de vuldruk onder de minimumdruk daalt, wordt de warm-
tepomp automatisch uitgeschakeld en er wordt een onder-
houdsmelding op het display weergegeven.
–
Minimumdruk brijnvloeistof: ≥ 0,05 MPa (≥ 0,50 bar)
▶
Vul vooremengde brijn bij om de warmtepomp opnieuw
in gebruik te kunnen nemen. (→ Hoofdstuk 7.2.2) Het
bijvullen met zuiver water is niet toegestaan.
–
Min. werkdruk brijnvloeistof: ≥ 0,07 MPa (≥ 0,70 bar)
▶
Als u vaak een drukverlies vaststelt, dan dient u de oor-
zaak te zoeken en te verhelpen.
12.7
Heringebruikname en proefbedrijf uitvoeren
Waarschuwing!
Verbrandingsgevaar door hete en koude
componenten!
Bij alle niet-geïsoleerde pijpleidingen en bij
de elektrische extra verwarming bestaat het
gevaar van verbranding.
▶
Monteer voor de inbedrijfname eventueel
gedemonteerde manteldelen.
1.
Neem het warmtepompsysteem in gebruik.
2.
Controleer het warmtepompsysteem op perfecte wer-
king.
Inspectie
Onder-
(elk jaar, ten
houd
laatste binnen
(om de 2
24 maanden)
jaar)
x
x
37