Informatie voor beheerders
Gerelateerde informatie
"Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)" op pagina 235
&
Een servercertificaat voor de printer configureren
1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerkbeveiliging > SSL/TLS > Certificaat.
2. Geef bij Servercertificaat op welk certificaat u wilt gebruiken.
❏ Zelfondertekend certificaat
Er is door de printer een zelfondertekend certificaat gegenereerd. Selecteer dit certificaat als u geen
certificaat gebruikt dat door een CA is ondertekend.
❏ CA-ondertekend Certificaat
Als u een door een CA ondertekend certificaat ophaalt en importeert, kunt u dit opgeven.
3. Klik op Volgende.
Er wordt een bevestiging weergegeven.
4. Klik op OK.
De printer wordt bijgewerkt.
Gerelateerde informatie
"Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)" op pagina 235
&
"Een CA-ondertekend Certificaat configureren" op pagina 277
&
"Een zelfondertekend certificaat bijwerken" op pagina 280
&
Versleutelde communicatie met IPsec/IP-filtering
Over IPsec/IP-filter
Met de functie voor IPsec/IP-filtering kunt u verkeer filteren dat is gebaseerd op IP-adressen, services en poorten.
Met een combinatie van filters kunt u de printer zo configureren dat specifieke clients en data worden geaccepteerd
of geblokkeerd. Bovendien is het met IPsec mogelijk om de beveiliging verder te verbeteren.
Opmerking:
Computers met Windows Vista of hoger, of Windows Server 2008 of hoger ondersteunen IPsec.
Standaardbeleid configureren
Configureer een standaardbeleid voor het filteren van het verkeer. Het standaardbeleid geldt voor elke gebruiker of
groep die verbinding maakt met de printer. Voor een meer fijnmazig beheer van gebruikers en groepen gebruikers
kunt u ook met een groepsbeleid werken.
1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > IPsec/IP-filter > Basis.
2. Voer voor elk item een waarde in.
>
Geavanceerde beveiligingsinstellingen
283
>
Versleutelde communicatie met IPsec/I