Informatie voor beheerders
Gerelateerde informatie
"Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)" op pagina 235
&
Een CA-certificaat verwijderen
U kunt een geïmporteerd CA-certificaat verwijderen.
1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > CA-certificaat.
2. Klik op Wissen naast het CA-certificaat dat u wilt verwijderen.
3. Bevestig dat u het certificaat in het weergegeven bericht wilt verwijderen.
4. Klik op Netwerk opnieuw opstarten en controleer of het verwijderde CA-certificaat niet in het bijgewerkte
scherm wordt weergegeven.
Gerelateerde informatie
"Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)" op pagina 235
&
SSL/TLS-communicatie met de printer
Wanneer het servercertificaat is ingesteld op gebruik van SSL/TLS-communicatie (Secure Sockets Layer/Transport
Layer Security) met de printer, kunt u het communicatiepad tussen computers versleutelen. Hiermee voorkomt u
externe en ongeautoriseerde toegang.
Basale SSL/TLS-instellingen configureren
Als de printer HTTPS-servers ondersteunt, kunt u de communicatie versleutelen met SSL/TLS. U kunt de printer
met Web Config in een beveiligde omgeving configureren en beheren.
Configureer de sterkte van de versleuteling en de omleidingsfunctie.
1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerkbeveiliging > SSL/TLS > Basis.
2. Selecteer voor elk item een waarde.
❏ Codeersterkte
Selecteer de sterkte van de versleuteling.
❏ HTTP omleiden naar HTTPS
Stel in dat een omleiding naar HTTPS plaatsvindt bij het openen van HTTP.
3. Klik op Volgende.
Er wordt een bevestiging weergegeven.
4. Klik op OK.
De printer wordt bijgewerkt.
>
Geavanceerde beveiligingsinstellingen
282
>
SSL/TLS-communicatie met de printer