•
Als er parameters onjuist zijn, tikt u op < TERUG en corrigeert u ze, waarna u naar
dit scherm terugkeert.
•
Tik op START om de infusie onmiddellijk te starten (zie
pagina 47).
•
Tik op +OPTIES > KVO om een KVO-snelheid in te stellen (zie
configureren: KVO
door op de knop Menu
•
Tik op +OPTIES > Einde spuit om te infunderen tot het einde van de spuit (zie
Einde infusie configureren: lege spuit
•
Tik op +OPTIES > Vertraagde start om een vertraagde start te programmeren (zie
Een vertraagde start configureren
•
Tik op +OPTIES > Oplaaddosis om een oplaaddosis te programmeren (zie
oplaaddosis programmeren
De infusie begint en u kunt de voortgang ervan volgen.
5.7 De spuit en de verlengleiding vullen
Zorg voor het vullen dat de infusieset niet is verbonden met de patiënt om mogelijke
luchtembolie, onbedoelde bolus, overvulling of free-flow te voorkomen.
WAARSCHUWING
■ Controleer of er geen lucht in de infusielijn aanwezig is.
■ De patiënt mag nooit worden aangesloten tijdens het vullen van de lijn.
■ Bij infusie met zeer lage flow rates
vullen. Wanneer het vullen handmatig wordt gedaan, kan het zijn dat het
vullen niet zo nauwkeurig is en de therapie kan vertragen.
5
Flow rate lager dan of gelijk aan 0,1 mL/u voor spuiten van ≤ 10 mL, 0,5 mL/u voor spuiten
van 20/30 mL, 1 mL/u voor spuiten van 50/60 mL
op pagina 61). U kunt de KVO-snelheid tijdens de infusie wijzigen
te tikken.
op pagina 57).
op pagina 51).
op pagina 62).
5
, raden wij aan om met het apparaat te
46
Starten van de therapie
Einde infusie
op
Een