Voorinstellingen
Met de functie Voorinstellen kan de operator de nominale (doel)positie
voor de volgende beweging aangeven. Zodra de nieuwe nominale
positie is ingevoerd, zal de weergave overschakelen naar de
werkstand Restweg en de afstand tussen de huidige positie en de
nominale positie weergeven. De operator hoeft nu alleen de tafel te
verplaatsen totdat de weergave op nul staat om de vereiste nominale
positie te bereiken. De informatie voor de plaats van de nominale
positie kan worden ingevoerd als een absolute verplaatsing vanaf het
huidige nulpunt of als een incrementele verplaatsing vanaf de huidige
nominale positie.
Met de functie Voorinstellen kan de operator ook aangeven met welke
kant van het gereedschap de bewerking in de nominale positie wordt
uitgevoerd. De softkey R+/- in het invoerscherm Voorinstellen bepaalt
de actieve correctie tijdens de verplaatsing. R+ geeft aan dat de
middellijn van het huidige gereedschap in een meer positieve richting
staat dan de kant van het gereedschap. R- geeft aan dat de middellijn
in een meer negatieve richting staat dan de kant van het huidige
gereedschap. Bij het gebruik van R+/- correcties wordt automatisch de
restwegwaarde aangepast, rekening houdend met de diameter van
het gereedschap.
Voorinstellen van de absolute afstand
Voorbeeld: een kraag frezen door te verplaatsen tot de nulwaarde
wordt weergegeven, met behulp van de absolute positie.
De coördinaten worden als absolute maten ingevoerd; het nulpunt is
het werkstuknulpunt. In dit voorbeeld:
Hoek 1: X = 0 / Y = 1
Hoek 2: X = 1,50 / Y = 1
Hoek 3: X = 1,50 / Y = 2,50
Hoek 4: X = 3,00 / Y = 2,50
Druk op de softkey VOORINSTELLEN en vervolgens op
een astoets om de laatst ingevoerde voorinstelling voor
deze as op te roepen.
W1000
17