Gereedschap uit de gereedschapstabel oproepen
Druk op de toetsGEREEDSCHAP, als u een gereedschap
wilt oproepen.
Druk op de pijltoetsen OMHOOG/OMLAAG om binnen de selectie
van gereedschappen (1-16) te navigeren. Markeer het
gewenste gereedschap.
Controleer of het juiste gereedschap is opgeroepen en druk op de
toets GEREEDSCHAP, of op de C-toets om de functie te verlaten.
Softkey Nulpunt
Ingestelde nulpunten bepalen de relatie tussen de asposities en de
weergegeven waarden.
De nulpunten worden ingesteld met de tastfuncties van de W1000,
met een gereedschap of met een kantentaster.
Tastfuncties voor het instellen van nulpunten
Via de ingang voor de kantentaster kan een elektronische kantentaster
worden aangesloten. De W1000 is ook geschikt voor geaarde
aansluiting van een kantentaster, via de 3,5mm phono jack aan de
achterkant van de eenheid. De kantentasters van beide types werken
op dezelfde wijze.
U hebt de volgende softkeyfuncties voor het tasten tot
uw beschikking:
Werkstukkant als nulpunt: softkey KANT.
Middellijn tussen twee werkstukkanten: softkey MIDDELLIJN.
Middelpunt van een gat of cilinder: softkey CIRKELMIDDELPUNT.
Bij alle tastfuncties houdt de W1000 rekening met de ingevoerde
puntdiameter van de huidige taster. Tijdens de tastfuncties, met een
elektronische of geaarde kantentaster, wordt de plaats van de kant, de
middellijn of het cirkelmiddelpunt op het display "bevroren".
Druk op de C -toets om de actieve tastfunctie te onderbreken.
Om te kunnen tasten, moeten eerst de maten van de
taster worden ingevoerd bij Bewerking instellen. Zie
"Parameters voor Bewerking instellen" op pagina 4.
14
I