Evaluatie van referentiemerken
De referentiemerk-evaluatiefunctie van de W1000 (1) herstelt
automatisch de samenhang tussen de assledeposities en
afleeswaarden op het display die u het laatst gedefinieerd hebt door
het instellen van het nulpunt.
Voor elke as met een encoder die referentiemerken heeft, knippert de
indicatie "REF" voor de desbetreffende as. Nadat de referentiemerken
zijn gepasseerd, knippert de indicatie niet langer en verschijnt er een
niet-knipperende "REF"-indicatie.
Werken zonder evaluatie van referentiemerken
U kunt de W1000 ook gebruiken zonder de referentiemerken
te passeren.
Druk op de softkey GEEN REF om de procedure voor evaluatie van
referentiemerken te verlaten en door te gaan.
U kunt ook later nog referentiemerken passeren met de W1000.
Bijvoorbeeld indien het nodig is om een nulpunt te definiëren dat na
een stroomonderbreking kan worden hersteld.
Druk op de softkey VRIJGAVE REF om de herstelprocedure voor de
positie te activeren. Druk op de RECHTER-/LINKERpijltoets als de
softkey niet op het huidige scherm wordt getoond.
Als een encoder wordt ingesteld zonder
referentiemerken, wordt de REF-indicatie niet
weergegeven en gaat het ingestelde nulpunt van iedere as
bij uitschakeling van de stroom verloren.
Functie Vrijgave/uitschakelen ref
Met de softkey VRIJGAVE/UITSCHAKELEN, die beschikbaar is tijdens
de herstelprocedure voor de positie, kan de operator een specifiek
referentiemerk op een encoder selecteren. Dit is van belang bij
gebruik van encoders met vaste referentiemerken (in plaats van
encoders met de functie Position-Trac™). Als de softkey REF
UITSCHAKELEN wordt ingedrukt, wordt de herstelprocedure
onderbroken en worden alle referentiemerken die worden
gepasseerd, tijdens de beweging van de encoder genegeerd. Als
vervolgens de softkey VRIJGAVE REF wordt ingedrukt, wordt de
herstelprocedure weer geactiveerd en wordt het volgende
gepasseerde referentiemerk geselecteerd.
W1000
(1)
3