Spiegelen
Bij een schaalfactor -1,00 ontstaat een spiegelbeeld van
het onderdeel. U kunt gelijktijdig een onderdeel spiegelen
en de schaal ervan vergroten of verkleinen.
Kantentaster (alleen voor frezen)
De diameter, lengtecorrectie en maateenheden van de kantentaster
worden in dit invoerscherm ingesteld. Voor beide waarden gelden de
maateenheden zoals aangegeven in het invoerscherm. zie
"Tastfuncties voor het instellen van nulpunten" op pagina 14 voor meer
informatie over het gebruik van de functies van de kantentaster.
De numerieke toetsen worden gebruikt om de diameter- en
lengtewaarden in te voeren. De diameter moet groter zijn dan nul.
De lengte is een waarde met een teken (negatief of positief).
Er is een softkey om de maateenheden voor de kantentaster aan
te geven.
De waarden van de kantentaster blijven behouden na
het uitschakelen.
Diameter assen
Kies Diameter assen om het hier getoonde diameterscherm op te
roepen, om in te stellen welke assen kunnen worden weergegeven in
radius- of diameterwaarden. AAN geeft aan dat de aspositie wordt
weergegeven als een diameterwaarde. Bij UIT is de functie
Radius/diameter niet van toepassing. Voor draaibewerkingen zie
"Softkey Radius/diameter" op pagina 39 voor de
functie Radius/Diameter.
Verplaats de cursor naar Diameter assen en druk op ENTER.
De cursor staat nu in het veld X-as. Druk, afhankelijk van de
gewenste parameter voor de desbetreffende as, op de softkey
AAN/UIT om de functie in of uit te schakelen.
Druk op ENTER.
W1000
5