De Waterkoeling In Het Toevoerluchtkanaal Installeren; De Bodemwarmtewisselaar Installeren - SystemAir SAVE VTR 500 Gebruiks- En Onderhoudsaanwijzing
Verberg thumbnails
Zie ook voor SAVE VTR 500:
- Installatie- en servicehandleiding (46 pagina's) ,
- Installatie-instructie (20 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (20 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
5.8
De waterkoeling in het
toevoerluchtkanaal
installeren
Lijst met accessoires:
• CWK 200-3-2,5 Duct cooler,circ — 30023
• VAZ4 24A Actuator 0-10V — 9862
• ZTV 15-0,6 2-way valve — 9571, ZTV 15-1,0 2-way valve
— 9823, ZTR 15-0,6 valve 3-way — 6573, ZTR 15-1,0
valve 3-way — 9672
• Duct sensor -30-70C (SAT) — 211524
• Transformer 24V — 202692
CB GND
CB AO
CB GND
Het installeren
1.
Installeer de waterkoeler in het luchtkanaal.
2.
Sluit de leidingen op de waterkoeler aan. Breng de klep
met aandrijving aan.
3.
Sluit de aandrijving aan op een vrije analoge uitgang op
de aansluitkaart.
4.
Installeer de kanaaltemperatuursensor na de koeler.
5.
Sluit de sensor voor de kanaaltemperatuur aan op een
vrije analoge ingang op de aansluitkaart.
6.
Sluit de netvoeding op de aandrijving aan.
Let op
Gebruik voor de voeding van de aandrij-
ving geen 24V DC uitgang van de
aansluitkaart
Zie, voor meer informatie, de gebruiksaanwijzing van de
accessoire.
Configureren:
1.
Ga naar het Service menu.
2.
Voer het wachtwoord in (standaard 1111).
3.
Stel het type koeler in. Onderdelen � Koeler � Water.
Selecteer het voltagetype van de aandrijving.
Ga naar het Service � Uitgangen � ANALOOG. Se-
4.
lecteer de analoge uitgang waarop de aandrijving is aan-
gesloten en stel de waarde in op Y3 Koeling.
5.
Stel de interne toevoerluchttemperatuursensor in op in-
actief. Ga naarService �Ingangen � ANALOOG � AI
2 � Inactieve ingang.
6.
Configureer de kanaaltemperatuursensor. Selecteer de
analoge ingang waarop de sensor is aangesloten en stel
de waarde in op Toevoerluchtensor (SAT).
22
CB AI
SAT
M
S
~
24 V DC
5.9
De bodemwarmtewisselaar
installeren
De bodemwarmtewisselaar kan worden aangesloten op een
buitenluchtkanaal om de luchttemperatuur te verhogen en ijs
op de warmtewisselaar te voorkomen. De bodemwarmtewis-
selaar kan ook worden gebruikt om de temperatuur in de zo-
mer te doen dalen.
GHT
11
21
12
14
24
22
BRK
N L
230 V~
Het installeren
1.
Installeer de bodemwarmtewisselaar op ten minste 100
mm afstand van het product in het buitenluchtkanaal.
2.
Sluit de bodemwarmtewisselaar ophet regelrelais aan.
3.
Sluit het regelrelais aan op een vrije digitale uitgang op
de aansluitkaart.
4.
Installeer de kanaaltemperatuursensor vóór de
bodemwarmtewisselaar.
5.
Sluit de sensor voor de kanaaltemperatuur aan op een
vrije analoge ingang op de aansluitkaart.
6.
Sluit de netvoeding aan op het regelrelais. Er is geen
stroomonderbreker inbegrepen en deze moet apart be-
steld worden. De stroomonderbreker moet in het circuit
geinstalleed worden..
Configureren:
1.
Ga naar het Service menu.
2.
Voer het wachtwoord in (standaard 1111).
3.
Stel het type verwarmer in Onderdelen � Extra con-
troller � Modus van extra controller � Grond
wisselaar.
Breng, indien nodig, extra configuraties aan in de me-
nu's Configureren instellingen voorverwarmer en
Configureren instellingen voorkoeler.
Ga naar het Service � Uitgangen � DIGITAAL. Selec-
4.
teer de digitale uitgang waaraan het regelrelais verbon-
den is en stel de waarde in op Start/stop pomp, Y4
Extra controller.
5.
De configuratie van de interne buitenluchttemperatuur-
sensor wijzigen. Ga naar Service �Ingangen � ANA-
LOOG � AI 1. Wijzig de waarde in Sensor extra
controller (ECT).
6.
Configureer de kanaaltemperatuursensor. Selecteer de
analoge ingang waarop de sensor is aangesloten en stel
de waarde in op Buitenluchtsensor (OAT).
CB AI
OAT
CB GND
CB DO
A2
RL
A1
CB 24V
Advertenties
Inhoudsopgave
