4.9
Overzicht van het Service
menu.
4.9.1
Ingangen
Instellingen voor analoge, digitale en univer-
sele inputterminals van de besturingskast en
het aansluitkaart voor externe accessoires.
Digitale ingang
Gebruikersmodi
Centrale-stof-
zuiger-functie
Dampkapfunc-
tie
Externe stop
Alarm extra
controller
Change-over
terugmelding
Brandalarm
Configureerbare
Digitale Input 1
Configureerbare
Digitale Input 2
Configureerbare
Digitale Input 3
Drukschakelaar
12
Alle productparameters en -instellin-
gen kunnen veranderd worden in het-
Service menu.
De Service-menu is vergrendeld met
een wachtwoord in (standaard wacht-
woord is 1111).
Beschrijving
Selecteer de gebruikersmodus die
met het digitale ingangssignaal opge-
start moet worden.
Configureer het centraal stofzuigsys-
teem zodat dit opstart door een digi-
taal ingangssignaal.
Configureer de afzuigkap zodat deze
opstart door een digitaal
ingangssignaal.
Configureer het product zodat het
sopt door een digitaal ingangssignaal.
Configureer het alarmsignaal van de
externe verwarmer, koeler of
voorverwarmer.
Configureer het feedbacksignaal voor
de vloeistoftemperatuur van het
change-oversysteem.
Configureer het brandalarm- of
rookdetectorsignaal.
Configureer het opstarten van aange-
paste luchtstromen.
Configureer het opstarten van aange-
paste luchtstromen.
Configureer het opstarten van aange-
paste luchtstromen.
Configureer het
drukschakelaarsignaal.
Let op:
• De ventilatorsignalen voor relatieve vochtigheid en
draaisnelheid zijn al vooringesteld voor bepaalde aan-
sluitklemmen en kunnen niet worden veranderd. Alle
andere signaalingangen kunnen voor andere functies
worden geconfigureerd.
• Analoge ingangen voor temperatuursensoren kunnen
slechts eenmaal worden geconfigureerd.
• Dezelfde gebruikersmodi kunnen voor meerdere digita-
le ingangen worden geconfigureerd. Er kunnen bijvoor-
beeld meerdere badkamers aan verschillende digitale
ingangen worden aangesloten met eenVervers-modus
geconfigureerd voor elke badkamer.
• Digitale ingangen kunnen worden geconfigureerd om
standaard open NO of gesloten te zijn. NCDe standaard
instelling is NO.
4.9.2
Uitgangen
Instellingen voor analoge, digitale en univer-
sele outputterminals van de besturingskast
en het aansluitkaart voor externe accessoires.
Digitale uitgang
Beschrijving
Stappen Y1
Configureer het regelsignaal
Verwarming
Stappen Y3
Koeling
Stappen Y4 Ex-
tra controller
Configureer de uitgang van de
Som alarm
foutmelding
Buitenlucht-/
Configureer het regelsignaal van de
uitlaatluchtklep
luchtklep.
Configureer het regelsignaal van de
Secundaire
luchtklep.
lucht
Configureer het uitgangssignaal naar
Koelen
het externe systeem om de koeling te
activeren
activeren.
Configureer het indicatiesignaal van
Interlock exter-
de beperkte ventilatorsnelheid (bij-
ne regeling
voorbeeld wanneer ontdooien AAN
ventilator
staat).
Start/stop circu-
Configureer de stop- en startsignalen
latiepomp, Y1
voor de circulatiepomp.
Verwarming
Start/stop circu-
latiepomp, Y3
Koeling
Start/stop pomp,
Y1/Y3 Change-
over
Start/stop pomp,
Y4 Extra
controller
Weekprogram-
Configureer het uitgangssignaal voor
ma - Niet
een ongeplande weekperiode.
gepland