4.9.4
Regeling configureren
Configureer de productregeling.
Temperatuursreg.
• Configureer de temperatuurregeling. Kies de regelmodus:
Regeling toevoerluchttemperatuur / Regeling kamer-
temperatuur / Regeling afvoerluchttemperatuur.
Let op:
Regeling kamertemperatuur-modus vereist een acces-
soire voor het meten van de kamertemperatuur.
• Kies de temperatuurseenheid. De standaard waarde is
Celsius.
Celsius / Fahrenheit.
• Stel de P-band in. De standaard waarde is 20°C. Stel de I-
tijd in. De standaard waarde is 100 sec.
Instelling
Meeteenheid
luchtstroom.
P-band
I-tijd
Instellingen voor
elk niveau
luchtstroom
Handmatige ventilatorstop — activeert of deactiveert de handmatige ventilatorstop. De standaard instelling is UIT.
Druksensoren —
configureer de
sensorvoltage in
verhouding tot de
druk.
Stel de waarde in
waarop het venti-
latoralarm afgaat.
De standaard
waarde isGeen
Stel de K-factor in
voor de toevoer-
luchtventilator en
afvoerluchtventila-
tor. De standaard
instellingen zijn af-
hankelijk van het
producttype.
Buitenluchtcom-
pensatie
14
Handmatig
Handmatig
%
tpm
–
0–3000 rpm
–
Uit / 1–240 sec.
Standaard instel-
ling is: 5 sec.
16-100%
500–5000 rpm
–
–
–
–
Het doel van deze functie is om het product tegen bevriezen te beschermen door een ongebalanceerde
luchtstroom te creëren tijdens extreme wintertemperaturen of de toevoer van warme/koude buitenlucht
te beperken tijdens extreme winter-/zomertemperaturen met een gebalanceerde ventilatie.
Deze functie verlaagt de snelheid van de toevoerluchtventilator of zowel de toevoerlucht- als de afvoer-
luchtventilator door een waarden ingesteld in de instelling Compensatie van waarde stoppen (instel-
baar van 0% tot 50%) als de buitenluchttemperatuur daalt tot onder de instelbare waarde ingesteld in
de instelling Start Compensatie Temperatuur (tijdens wintertemperaturen tussen 0°C en -30°C/tijdens
zomertemperaturen tussen 15°C en 30°C). Deze compensatie bereikt het maximum zodra de buiten-
luchttemperatuur de instelbare waarde bereikt ingesteld in de instelling Compensatie van temperatuur
stoppen (tijdens wintertemperaturen tussen 0°C en -30°C/tijdens zomertemperaturen tussen 15°C en
30°C).
• Configureer SATC Split voor de uitgangsinstellingen van
de koeler (0-20%), warmtewisselaar (25-60%) en verwar-
mer (65-100%). Het bereik is: 0-100%.
• Configureer het instelpunt van de cascadebesturing voor
de min./max. toevoerluchttemperatuur, P-band, I-tijd.
Alleen beschikbaar voor Regeling kamertemperatuur en
Regeling afvoerluchttemperatuurmodi.
ECO-modus
• Configureer de instellingen voor de energiebesparingsmo-
dus. Stel de verwarmer in op offset. De standaard instel-
ling is 5°C.
Bereik: 0–10°C.
Ventilatorregeling
• Configureer de instellingen voor de luchtstroom en ventila-
tor. Kies het type ventilatorregeling (luchtstroom). De stan-
daard instelling is TPM.
Beschikbare types luchtstroomregeling:%/ tpm / Debiet /
Druk / Extern.
Debiet
Druk
l/s, m
3
/h, cfm
Pa
0–3000 rpm
Uit / 1–240 sec.
Standaard instelling is: 5 sec.
Sensorbereik (luchtstromingunit)
Sensor voor toevoerluchtventilator:
Druk bij 0V: 0-500 Pa, standaard instel-
ling 0 Pa
Druk bij 10V: 0-2500 Pa, standaard in-
stelling 500 Pa.
Sensor voor afvoerluchtventilator:
Druk bij 0V: 0-500 Pa, standaard instel-
ling 0 Pa
Druk bij 10V: 0-2500 Pa, standaard in-
stelling 500 Pa.
TV K-factorbereik:
–
0–1000
AV K-factorbereik:
0–1000
Extern
%
–
–
0–100%
–
–