10
De elektronische ovenbesturing
Verwarmingsfuncties
Voor het handmatig instellen van Verwarmingsfuncties en de bereidingstemperatuur.
Multi hetelucht
Boven + onderwarmte
Pizza hetelucht
Circulatiegrill
Circulatiegrill met draaispit
Grill klein
Grill klein met draaispit
Grill groot
Grill groot met draaispit
Onderwarmte
Lage temperatuur garen
Speciaal
Voor het selecteren van extra ovenfuncties
Ontdooien
Drogen
Warmhouden
Inmaken
Borden warmen
Verwarmingsfuncties
Voor het bakken op maximaal drie niveaus te-
gelijk. Stel de temperatuur van de oven 20 – 40°
lager in dan bij Boven + onderwarmte
Voor het bakken en braden op één niveau
Voor het bakken op één niveau van gerechten
die een intensievere bruining en knapperigheid
van de bodem nodig hebben. Stel de tempera-
tuur van de oven 20 – 40° lager in dan bij Boven
+ onderwarmte
Om grote stukken vlees of gevogelte op één ni-
veau te braden. Deze functie is ook geschikt voor
gratineren en kort bakken.
speciaal voor gevogelte, temperatuurinstelling
190- 210 °C
Voor het grillen van platte levensmiddelen die in
het midden van het rooster worden geplaatst en
om te roosteren.
Voor het grillen van kip of een kleine rollade
Voor het grillen van grotere hoeveelheden platte
levensmiddelen en om te roosteren.
Voor het grillen van twee kippen of een rollade
Voor het afbakken van gebak met een knappe-
rige bodem.
Voor het bereiden van bijzonder mals en sappig
braadvlees
Bijzondere functies