7. | Apparaat configureren
7. Apparaat configureren
Alle interfaces en functies worden geconfigureerd via het hoofdmenu >Instellingen<.
7.1. Voertuiggegevens configureren
Hieronder worden de gegevens voor de sneltest en de gedocumenteerde test ingevoerd.
Ga voor het invoeren resp. wijzigen van voertuiggegevens als volgt te werk:
1. Selecteer in het hoofdmenu Instellingen > Meting.
2. Open onder Testnorm met
3. Open onder Voertuigtype met
4. Selecteer een voertuigtype.
De selectie wordt automatisch opgeslagen.
5. Open onder Rijrichting met
6. Open onder Hellingshoek in % met
De procentuele waarde van de helling naar beneden is normaal gesproken op de koplamp vermeld. Wanneer deze
waarde bijvoorbeeld 1% bedraagt, dan betekent dit dat het dimlicht per 10 m reikwijdte 10 cm lager schijnt.
7. Voer gewenste waarde in.
8. Sluit met
het virtuele toetsenbord.
De invoer wordt automatisch opgeslagen.
9. Herhaal de stappen 4 t/m 7 voor helling naar beneden mistlichten vóór in %.
10. Selecteer >Links rijden< of >Rechts rijden<.
ð De invoeren worden automatisch opgeslagen.
7.1.1. Eenheid voor het meten van licht configureren
Ga als volgt te werk voor het configureren van de eenheid voor het meten van licht:
1. Selecteer in het hoofdmenu via Instellingen > Meting.
2. Open onder Lichtsterkte-eenheid met
3. Selecteer >Lux< of >Candela<.
Lux is eenheid van verlichtingssterkte voor de ontvanger – deze meet, hoeveel licht van een lichtbron op een bepaald
vlak valt.
416
de lijst en selecteer ECE.
de lijst.
de lijst.
het virtuele toetsenbord.
de lijst.
Hella Gutmann
SEG V