3-4-6-2. Netwerkinstelling
Wanneer „Bedrd LAN" wordt geselecteerd bij LAN-instelling, stelt u het netwerk in.
4
5
3-4-7. Weergave-instelling van de binneneenheidssensorkmrtemp.
Geef de kmrtemp. voor de werkende binneneenheid weer, zelfs als de afstandsbediening of optiesensor nt actief is.
(4)
(1)
3-4-8. Instelling externe ingang
Voer de instelling externe invoer uit.
(3)
(1)
3
(3)
(2)
(2)
(1) Stel het item in en tik op de [OK]-toets.
[Initiële waarde: adressen worden ingesteld zoals getoond in
de linker afbeelding.]
Nr.
Item
„IP-adres" (*)
Stelt „IP-adres" van deze controller in.
„Subntmskr" (*) Stelt „Subntmskr" van deze controller in.
„Stand. gteway"
Stelt „Stand. gteway" van deze controller
3
(*)
in.
Voert „Primr. DNS" (Domain Network
„Primr. DNS" (*)
4
Service) van deze controller in.
„Secnd. DNS"
Voert „Secnd. DNS" (Domain Network
5
(*)
Service) van deze controller in.
(*) [***.***.***.***] (Invoer 0 tot 255 bij „***".)
(1) Tik op de MENU-toets.
(2) Tik op de [Install.-inst.].
(3) Tik op de [Unit Sensor Display instelling].
(4) Tik op de [Activ.] of [Deactiv.].
(1) Tik op de MENU-toets.
(2) Tik op [Install.-inst.].
(3) Tik op [Instell ext. ingang].
(4) Stel het item in en tik op de [OK]-toets.
Nr.
Item
Selecteert „Werking" voor externe invoer.
„Werking"
„Noodstop", „Alles Aan/Uit", „Nt Actief"
Selecteert „Invoermthde".
„Invoermthde"
„Rand", „Puls"
Beschrijving
Beschrijving
Nl-41