2-2-2-2. Instelling boven- en ondergrens temperatuur
Stel de boven- en ondergrens van de temperatuur in voor „Auto", „Kln/Drgn" en „Verw".
4
3
5
Nr.
Item
Stel temperatuur in „Activ." / „Deactiv."
„Auto" bovengrens
„Auto" ondergrens
3
„Kln/Drgn" bovengrens
4
„Kln/Drgn" ondergrens
5
„Verw" bovengrens
6
„Verw" ondergrens
7
* De boven- en ondergrens van de temperatuur die kan worden ingesteld, kan verschillen afhankelijk van de grgist
binneneenheid.
2-2-2-3. Verbodinstelling van de afstandsbediening
Stel de verboden bedieningen van de afstandsbediening in.
Nr.
Item
Geselecteerde status
6
7
Stelt „Activ." of „Deactiv." van instelling boven- en ondergrens in. Selecteer
uit „Activ." of „Deactiv.".
Stelt de „Auto" bovengrens in stappen van 0,5 ºC (1 ºF) in.
Bereik: 18,0 tot 30,0 ºC (64 tot 88 ºF)
Stelt de „Auto" ondergrens in stappen van 0,5 ºC (1 ºF) in.
Bereik: 18,0 tot 30,0 ºC (64 tot 88 ºF)
Stelt de „Kln/Drgn" bovengrens in stappen van 0,5 ºC (1 ºF) in.
Bereik: 18,0 tot 32,0 ºC (64 tot 91 ºF)
Stelt de „Kln/Drgn" ondergrens in stappen van 0,5 ºC (1 ºF) in.
Bereik: 18,0 tot 32,0 ºC (64 tot 91 ºF)
Stelt de „Verw" bovengrens in stappen van 0,5 ºC (1 ºF) in.
Bereik: 10,0 tot 30,0 ºC (48 tot 88 ºF)
Stelt de „Verw" ondergrens in stappen van 0,5 ºC (1 ºF) in.
Bereik: 10,0 tot 30,0 ºC (48 tot 88 ºF)
Wisselt tussen ingeschakeld en uitgeschakeld door het selectievakje aan te
vinken. (Als dit selectievakje is aangevinkt, is de instelling verboden.)
„Alles", „An/Ut", „Aan", „Modus", „Temp.", „Timer" en „Rest filtr" kunnen
worden ingesteld op verboden.
Wanneer „Alles" is aangevinkt, worden andere selectievakjes uitgeschakeld.
Beschrijving
Beschrijving
Nl-21