3-2-5. Wachtwoordinstelling
Het wachtwoord kan worden ingesteld bij het opstarten van het programma om de vertrouwelijkheid te behouden. [Initiële
waarde: 0000]
(3)
(1)
(2)
3-2-5-1. Wachtwoord wijzigen
3-2-5-2. Wachtwoordinstelling
4
5
(1) Tik op de MENU-toets.
(2) Tik op de [Voorkeuren].
(3) Tik op [Wachtwoord].
Functies die invoer van een wachtwoord vereisen
„Grpinst."
„Voorkeuren"
„Onderhoud"
„Install.-inst."
„Progrm. Instl."
„Bdrfsinstll."
(4) Selecteer het proces uit het onderstaande submenu.
Nr.
(1) Stel het item in en tik op de [OK]-toets.
Nr.
(1) Stel het item in en tik op de [OK]-toets.
[Initiële waarde: Allemaal „Activ."]
3
Nr.
6
3
4
5
6
Item
Wijzigt het wachtwoord. [Initiële waarde:
„Verand.
0000]
Wachtw"
→Zie 3-2-5-1.
Wijzigt de wachtwoordinstelling.
„Instell. Aanpas"
→Zie 3-2-5-2.
Item
Stelt een wachtwoord van 4 tot 8 cijfers
„Verand.
in wanneer dit is ingesteld. (Voer het
Wachtw"
wachtwoord tweemaal in.)
Item
„Grpinst."
„Activ." / „Deactiv."
„Voorkeuren"
„Activ." / „Deactiv."
„Onderhoud"
„Activ." / „Deactiv."
„Install.-inst."
„Activ." / „Deactiv."
„Progrm. Instl."
„Activ." / „Deactiv."
„Bdrfsinstll."
„Activ." / „Deactiv."
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
Nl-33