3-4-6. Instelling op afstand
Voer de netwerkinstelling voor bediening op afstand in.
(1)
3
3-4-6-1. LAN-instelling
Selecteert of een LAN-verbinding wordt gebruikt of niet.
Nl-40
(1) Tik op de MENU-toets.
(2) Tik op [Install.-inst.].
(3)
(3) Tik op [Instell op afst.].
(2)
(4) Stel het item in en tik op de [OK]-toets.
4
(*) max. 20 alfanumerieke tekens en symbolen
(1) Stel het item in en tik op de [OK]-toets.
Nr.
Item
Selecteert of u een LAN-verbinding wordt
„Bedrd LAN"
gebruikt of niet.→Zie 3-4-6-1.
Hiermee stelt u het netwerk in wanneer
„Instell. ntwrk"
LAN-verbinding wordt gebruikt.→Zie
3-4-6-2.
Stelt de gebruikers-ID in (max. 20
tekens) voor inloggen op afstand
wanneer LAN-verbinding wordt gebruikt.
„Gebruikers-
De derde of latere gebruikers kunnen
3
ID" (*)
vanaf het web worden ingesteld.
Maximaal 30 gebruikers kunnen worden
grgist.→Zie 4-6.
Stelt het gebruikerswachtwoord in (max.
„Wachtwoord"
20 tekens) voor inloggen op afstand
4
(*)
wanneer LAN-verbinding wordt gebruikt.
[Initiële waarde: 0000]
Nr.
Item
Selecteert uit het volgende.
• Wanneer de LAN-verbinding niet wordt
LAN-instelling
gebruikt, selecteer „Deactiv.".
• Wanneer een LAN-verbinding wordt
gebruikt, selecteer dan „Bedrd LAN".
Beschrijving
Beschrijving