3-2. Voorkeur
Wanneer bij het opstarten een wachtwoord is ingesteld, voer dit wachtwoord dan in. (Zie 3-2-5.)
3-2-1. Instelling achtergrondverlichting
Orden de lcd-achtergrondverlichting.
(3)
(1)
(2)
3-2-2. Paneelkalibratie
Kalibreer de positie van het lcd-scherm.
De toetsen op het aanraakpaneel functioneren normaal door kalibratie.
Alleen procedure (4) wordt weergegeven bij de initiële instelling.
(3)
(1)
(2)
4
Nl-30
3
5
3
(1) Tik op de MENU-toets.
(2) Tik op [Voorkeuren].
(3) Tik op [Inst Ach.gr.vrl].
(4) Stel het item in en tik op de [OK]-toets.
Nr.
Item
Stelt de tijd voor verlichting automatisch
„Auto
uitschakelen in.
uitschakelen"
[1 minuut tot 30 minuten]
Hiermee stelt u de helderheid in.
„Helderheid"
Donker 1↔2↔3 Helder
Selecteert „Activ." of „Deactiv." van de
„Automatisch
instelling voor noodverlichting aan.
3
aan (aan-fout)"
„Activ." / „Deactiv."
(1) Tik op de MENU-toets.
(2) Tik op de [Voorkeuren].
(3) Tik op [Calibratie].
(4) Tik op het midden van de + markeringen die één voor één
verschijnen op 5 plaatsen ( tot 5).
Scherm paneelkalibratie controleren wordt weergegeven. Raak
de 5 plaatsen nogmaals aan.
Beschrijving