Een aangepaste naam invoeren met behulp van de Embedded Web Server:
1
Open de Embedded Web Server op de printer door het IP-adres van de Embedded Web Server in de adresbalk
van uw browser te typen. Bijvoorbeeld:
http://192.168.0.11
2
Klik op Configuratie.
3
Klik op MENU PAPIER.
4
Klik op AANGEPASTE NAMEN.
5
Definieer één of meerdere aangepaste namen.
U zou bijvoorbeeld namen kunnen invoeren zoals "Letter korte zijde" of "Geel glossy".
6
Klik op Verzenden.
Laden koppelen
U kunt de printer zo instellen dat laden automatisch worden gekoppeld wanneer u afdrukmateriaal van hetzelfde formaat en
dezelfde soort laadt in meerdere invoerbronnen. De printer koppelt de laden automatisch: als de ene lade leeg is, wordt
afdrukmateriaal ingevoerd uit de volgende gekoppelde lade.
Als u bijvoorbeeld hetzelfde soort afdrukmateriaal hebt geplaatst in lade 2 en lade 4, gebruikt de printer eerst lade 2.
Als deze leeg is, gebruikt de printer automatisch afdrukmateriaal uit de volgende gekoppelde lade, in dit geval lade 4.
Door alle vijf laden te koppelen, beschikt u over een invoerbron met een capaciteit van 4000 vel.
Om laden te kunnen koppelen, moet het afdrukmateriaal in elke lade niet alleen van hetzelfde formaat zijn, maar ook van
dezelfde soort.
De papiersoort en het papierformaat instellen:
1
Druk op
op het bedieningspaneel.
2
Druk op
totdat
3
Druk op
totdat
4
Druk op
totdat
5
Druk op
totdat
op
.
6
Druk op
totdat het soort afdrukmateriaal verschijnt dat u hebt geladen, en druk vervolgens op
7
Druk herhaaldelijk op
Als de geselecteerde laden allemaal zijn voorzien van hetzelfde soort en hetzelfde formaat afdrukmateriaal, selecteert u
voor deze laden dezelfde instelling voor Papiersoort in het menu Papier.
Als u de koppeling van de laden wilt uitschakelen, kiest u voor elk van de laden een andere instelling voor Papiersoort. Als
de gekoppelde laden niet alle met hetzelfde afdrukmateriaal zijn geladen, is het mogelijk dat een afdruktaak op een
verkeerd soort afdrukmateriaal wordt afgedrukt.
Afdrukken
Menu Papier verschijnt, en druk vervolgens op
Papierformaat/-soort verschijnt, en druk vervolgens op
Formaat/soort lade <x> verschijnt, en druk vervolgens op
verschijnt naast het formaat van het afdrukmateriaal dat u hebt geladen, en druk vervolgens
om terug te keren in de werkstand Gereed.
Laden koppelen
.
61
.
.
.