Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lexmark W840 Gebruikershandleiding pagina 19

Inhoudsopgave

Advertenties

Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk
printerstuurprogramma gebruikt in combinatie met een speciale netwerkpoort, beschikt u over extra functionaliteit, zoals
statusmeldingen van de printer.
Configureer de netwerkprinter aan de hand van de stappen die van toepassing zijn op de printerconfiguratie en het
besturingsprogramma dat u gebruikt:
Printerconfiguratie
Rechtstreeks
• De printer is rechtstreeks op het netwerk aangesloten via een
netwerkkabel (bijv. Ethernet);
• De printerstuurprogramma's worden op elke netwerkcomputer
geïnstalleerd.
Gedeeld
• De printer wordt via een lokale kabel (bijv. Ethernet) aangesloten op
een van de computers in het netwerk.
• De printerstuurprogramma's worden geïnstalleerd op de computer die
is aangesloten op de printer.
• Tijdens de installatie van de stuurprogramma's wordt de computer
ingesteld op "delen", zodat andere computers in het netwerk hun
afdruktaken via deze computer kunnen leiden.
Rechtstreeks afdrukken onder Windows 98 SE/Me, Windows NT 4.0,
Windows 2000, Windows XP of Windows Server 2003
U installeert als volgt een aangepast printerstuurprogramma en een
speciale netwerkpoort:
1
Start de cd met stuurprogramma's.
2
Klik op Install Printer and Software (Printer en software
installeren).
3
Klik op Agree (Akkoord) om aan te geven dat u akkoord gaat met
de licentieovereenkomst.
4
Selecteer Suggested (Aanbevolen) en klik dan op Next
(Volgende).
5
Selecteer Network Attach (Aansluiten op netwerk) en klik op Next (Volgende).
6
Selecteer het printermodel in de lijst en klik op Next (Volgende).
7
Selecteer de printerpoort in de lijst en klik op Finish (Voltooien) om de installatie te voltooien.
Als de printerpoort niet in de lijst staat:
a
Klik op Add Port (Poort toevoegen).
b
Selecteer Lexmark Enhanced TCP/IP Port (Lexmark verbeterde TCP/IP-netwerkpoort), en voer de
informatie in die nodig is voor het maken van de poort.
c
Geef een poortnaam op.
Dit kan elke willekeurige naam zijn waarmee u de printer associeert, bijvoorbeeld Kleur1-lab4. Nadat de
poort is gemaakt, verschijnt deze naam in de lijst van beschikbare poorten.
d
Geef het IP-adres op in het tekstvak.
Opmerking: Als u het IP-adres niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en kijkt u in het gedeelte
TCP/IP. Zie Een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en IP-instellingen controleren voor
meer informatie.
Besturingssysteem
Windows 98 SE,
Windows NT 4.0, Windows
Me, Windows 2000 en
Windows XP of
Windows Server 2003
Windows NT 4.0,
Windows 2000, Windows XP,
of Windows Server 2003
Windows
19
Pagina
19
21
Printer
Clients

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave