Problemen met opties oplossen
Ga als volgt te werk als een optie niet goed functioneert nadat deze is geïnstalleerd, of als de optie niet meer functioneert:
•
Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan. Als het probleem hierdoor niet
verdwijnt, trekt u de stekker van de printer uit het stopcontact en controleert u de verbinding tussen de optie en de
printer.
•
Druk een pagina met menu-instellingen af om te controleren of de optie wordt vermeld in de lijst van
geïnstalleerde opties. Als de optie niet voorkomt in de lijst, installeert u die opnieuw. Meer informatie vindt u in De
pagina met menu-instellingen afdrukken op pagina 67.
•
Controleer of de optie is geïnstalleerd in de toepassing.
Voor Macintosh-gebruikers: Zorg dat de printer is ingesteld in Kiezer.
In de volgende tabel vindt u printeropties en mogelijke oplossingen voor problemen die verband houden met deze opties.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als de voorgestelde oplossing het probleem niet verhelpt.
Optie
Actie
Laders
• Controleer de aansluiting tussen de laders en de printer.
• Controleer of het afdrukmateriaal op de juiste wijze is geladen.
Duplexeenheid
Controleer de aansluiting tussen de duplexeenheid en de printer. Als de duplexeenheid wel
voorkomt op de pagina met menu-instellingen, maar het afdrukmateriaal loopt vast rond het punt
waar het de duplexeenheid in- of uitgaat, dan zijn de printer en de duplexeenheid mogelijk niet
goed uitgelijnd.
Finisher
• Controleer de aansluiting tussen de finisher en de printer. Als de finisher wel voorkomt op de
pagina met menu-instellingen, maar het afdrukmateriaal loopt vast rond het punt waar het
afdrukmateriaal de printer uitgaat en de finisher ingaat, is het mogelijk niet goed geïnstalleerd.
Installeer de finisher opnieuw.
• Zorg ervoor dat u afdrukmateriaal gebruikt van een formaat dat compatibel is met de optionele
uitvoerladen. Zie Ondersteund afdrukmateriaal op pagina 37.
Flashgeheugen
Controleer of het flashgeheugen goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer.
Vaste schijf met
Controleer of de vaste schijf goed is aangesloten op de systeemkaart van de printer.
adapter
Infraroodadapter
Controleer het volgende als de communicatie via de infraroodadapter stopt of helemaal niet werkt:
• De afstand tussen de twee infraroodpoorten is maximaal 1 m.
Als geen communicatie plaatsvindt tussen de poorten, plaatst u de poorten dichter bij elkaar.
• Beide poorten moeten stabiel zijn.
• De computer en de printer moeten op een vlakke ondergrond staan.
• De communicatiehoek tussen de twee infraroodpoorten moet binnen 15 graden liggen ten
opzichte van een denkbeeldige lijn tussen beide poorten.
• De communicatie mag niet worden gestoord door helder licht, zoals rechtstreeks zonlicht.
• Er mogen geen objecten tussen beide infraroodpoorten staan.
Interne printerserver • Controleer of de interne printerserver (ook wel interne netwerkadapter of INA genoemd) goed is
aangesloten op de systeemkaart van de printer.
• Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt, of de kabel goed is aangesloten en of de
netwerksoftware goed is geïnstalleerd.
Raadpleeg de cd met stuurprogramma's die bij de printer is geleverd voor meer informatie.
Hoge-
Zie Problemen met de lader voor 2000 vel oplossen op pagina 102.
capaciteitslader
(lader voor 2000 vel)
Printergeheugen
Controleer of het printergeheugen goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer.
USB-/parallelle
• Controleer of de kaart voor de USB-/parallelle interface goed is bevestigd op de systeemkaart
interface
van de printer.
• Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze goed is aangesloten.
Problemen oplossen
Problemen met opties oplossen
101