Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Wees voorzichtig als u met transparanten werkt. Vingerafdrukken op het oppervlak van een transparant leiden tot een
slechte afdrukkwaliteit.

Enveloppen

U kunt maximaal 10 enveloppen laden in de universeellader. Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote
hoeveelheden enveloppen aanschaft. Zie De universeellader vullen op pagina 54 voor instructies voor het laden van
enveloppen.
U drukt als volgt af op enveloppen:
U bereikt de beste resultaten als u enveloppen van goede kwaliteit gebruikt die speciaal zijn ontworpen voor
laserprinters.
Stel de Papierbron in het menu Papier in op basis van de bron die u gebruikt, stel de Papiersoort in op Envelop en
selecteer het juiste formaat envelop via het bedieningspaneel, het printerstuurprogramma of MarkVision
Professional.
Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m
standaardladen voor 500 vel en in de universeellader kunt u enveloppen gebruiken die zijn gemaakt van papier
met een gewicht tot 105 g/m
katoengehalte van 100% mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m
Gebruik alleen nieuwe, onbeschadigde enveloppen.
Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te
gebruiken die:
gemakkelijk krullen;
aan elkaar kleven of beschadigd zijn;
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
zijn samengevouwen;
zijn voorzien van postzegels;
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt;
inkepingen of gebogen hoeken hebben;
een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben.
Gebruik alleen enveloppen die bij blootstelling aan temperaturen van 230 °C niet sluiten, omkrullen, kreuken of
gevaarlijke stoffen afscheiden. Raadpleeg de leverancier van de enveloppen als u niet zeker weet of deze geschikt
zijn.
Stel de breedtegeleider in op de breedte van de enveloppen.
Plaats nooit enveloppen van verschillende formaten tegelijk in de invoerlade.
Het is mogelijk dat de hoge temperatuur tijdens het afdrukken in combinatie met een hoge vochtigheid (meer dan
60%) ertoe leiden dat de enveloppen worden dichtgeplakt.

Etiketten

De printer kan afdrukken op de meeste soorten etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters, behalve etiketten
van vinyl. Deze etiketten worden geleverd in vellen met het formaat Letter, A4 of Legal. De lijm, de voorzijde (bedrukbaar
materiaal) en de coatings moeten bestand zijn tegen temperaturen van 230 °C en een druk van 25 psi.
Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor meer informatie over het afdrukken, de kenmerken en het ontwerp van
etiketten. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark, op www.lexmark.com/publications.
Nadat ongeveer 10.000 vellen met etiketten zijn afgedrukt (of elke keer dat u de tonercartridge vervangt), voert u de
volgende stappen uit om de betrouwbaarheid van de printer bij het invoeren van afdrukmateriaal te behouden:
1
Druk vijf vellen papier af.
2
Wacht ongeveer vijf seconden.
3
Druk nog vijf vellen papier af.
2
, mits het papier voor maximaal 25% uit katoen bestaat. Enveloppen met een
Afdrukmateriaal kiezen
48
2
.
2
. In de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave