■
Neem contact op met een deskundige wanneer u twijfelt over de werking, vei-
ligheid of verbinding van het product.
6.5 Batterij
■
Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterijen.
■
De batterij dient uit het apparaat te worden gehaald wanneer u deze voor een
langere tijd niet gebruikt om beschadiging wegens lekkage te voorkomen. Lek-
kende of beschadigde batterijen kunnen brandend zuur bij contact met de huid
opleveren. Gebruik daarom veiligheidshandschoenen om beschadigde batterij-
en aan te pakken.
■
Batterijen moeten uit de buurt van kinderen worden gehouden. Laat batterijen
niet rondslingeren omdat het gevaar bestaat dat kinderen en/of huisdieren ze
inslikken.
■
Batterijen mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer
nooit niet-oplaadbare batterijen op te laden. Er bestaat explosiegevaar!
6.6 Elektrische veiligheid
■
Wees voorzichtig bij het werken met spanningen boven 30 V/DC. Raak de
meetpunten niet aan.
■
Raak de blootliggende draad, connector, ongebruikte ingangsklem of het circuit
niet aan tijdens de meting.
■
Gebruik geen beschadigde meetsnoeren. Controleer meetsnoeren voor elk ge-
bruik op schade.
■
Voer nooit metingen uit als de beschermende isolatie van een testkabel be-
schadigd is (gescheurd, ontbrekend, enz.). De meetkabels worden geleverd
met een slijtage-indicator. De tweede isolatielaag wordt zichtbaar als het kabel
beschadigd is (de tweede isolatielaag heeft een andere kleur). Stop in dat ge-
val dan met het gebruik en vervang de testkabel.
■
Ontkoppel de meetsnoeren nooit als er een belasting op het product is aange-
sloten.
■
Gebruik het product niet als het batterijencompartiment open is. Er bestaat een
risico op een elektrische schok.
■
Gebruik alleen meetsnoeren die dezelfde nominale waarde en goedkeuring
hebben als de oorspronkelijk geleverde meetsnoeren.
59