Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bijlage: Aanwijzingen Voor De Installatie En Programmering; Voorbereidende Werkzaamheden Voordat De Voeding Op Het Systeem Wordt Aangesloten; De Ingangen Van De Deelzone Correct Aansluiten; De Busmodules Aansluiten - Comelit VEDO10 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VEDO10:
Inhoudsopgave

Advertenties

5. Bijlage: aanwijzingen voor de installatie en programmering

5.1 VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORDAT DE
VOEDING OP HET SYSTEEM WORDT AANGESLOTEN

5.1.1 De ingangen van de deelzone correct aansluiten

Controleer of alle ingangen correct zijn aangesloten (direct
aangesloten op de min of via weerstanden met de juiste waarde,
afhankelijk van de configuratie van de afzonderlijke ingangen).

5.1.2 De busmodules aansluiten

Controleer of alle modules correct op elkaar en op de alarmcentrale
zijn aangesloten.
De aansluiting moet zo direct mogelijk zijn (van het type in-uit) en
eventuele aftakkingen moeten zo kort mogelijk zijn.
Plaats altijd de afsluitweerstand tussen A en B van de 485-verbinding
op de twee uiteinden van de primaire buslijn.

5.1.3 Alle ingangen met manipulatiebeveiliging sluiten

Sluit alle kasten van de busmodules en de centrales, of maak een
bypass om de microschakelaars voor manipulatiebeveiliging te
omzeilen.
Volgens
de
norm
manipulatiebeveiliging minimaal in enkele balancering worden
geconfigureerd.
BELANGRIJK: bij de eerste inschakeling wordt alleen
toetsenbord nummer 1 als actief beschouwd.

5.1.4 Stroom geven

De voeding van het systeem kan nu worden geactiveerd. Voed de
alarmcentrale via de bijbehorende voedingseenheid en sluit de batterij
aan. Als alles correct is aangesloten, gaat de groene LED van de
voedingseenheid aan om te bevestigen dat de voedingseenheid in bedrijf is
De centrale begint te werken, wat bevestigd wordt door de
knipperende led DL3 van de kaart van de centrale (1 seconde on/off).

5.2 DE STANDAARDCONFIGURATIE

De centrale is in de fabriek zo geconfigureerd dat alleen toetsenbord
nummer 1 als aanwezig wordt beschouwd. Tevens zijn de alarmingangen
van de centrale geactiveerd en geconfigureerd als dubbel gebalanceerd.
5.3 INLEIDING TOT HET PROGRAMMEREN VAN HET
KEYPAD

5.3.1 Beschrijving keypad

6.
1. Toetsen Deel 1 en Deel 2
2. Navigatietoetsen/functietoetsen
3. Bevestigingstoets
EN50131
moeten
de
ingangen
5.
4. ON/OFF-toetsen
5. Programmeertoets
6. Annuleertoets

5.3.2 Standaardcodes

De standaardcodes zijn als volgt:
Master-installateurcode:
Gebruikerscode 1:

5.3.3 Navigatie keypad

Het is mogelijk om het systeem te configureren en gegevens in te voeren
of te wijzigen met behulp van een van de systeemtoetsenborden.
Gebruik de toetsen
verplaatsen en de toets
om de invoer van een nieuw gegeven te bevestigen.
Druk op C om naar het vorige menu terug te gaan
DE NIET GEAUTHENTICEERDE GEBRUIKER alleen de toets"C" (wissen)
of de nummertoetsen gebruiken. Bij indrukken van een toets die niet
kan worden gebruikt, verschijnt in het display de tekst "FUNCTIE NIET
BESCHIKBAAR".
DE GEAUTHENTICEERDE GEBRUIKER die op de toets C drukt, wordt
teruggevoerd naar het vorige menu, tot aan de weergave van de status
van de partities. Als de waarde van de tijd voor weergave van de status
van de partities voor dat keypad niet onbeperkt is, zal het keypad bij
nogmaals indrukken van de toets C teruggaan naar de ruststand,
zonder de actuele status van de partities weer te geven (de informatie in
het display wordt onmiddellijk verborgen).

5.3.4 Wijzigen van een numerieke waarde

met
Om een numerieke waarde te wijzigen de gewenste waarde
invoeren in het formaat dat op het display wordt aangegeven.
Gebruik geen niet-numerieke waarden maar voer alle numerieke
tekens in het aangegeven formaat in.
Voorbeeld: 'Datum DD-MM-JJ' wordt ingevoerd als DDMMJJ. De datum
2 september 2012 wordt dus 020912, zonder streepjes en met een
voorloopnul om het teken met de tientallen van de dagen in te vullen.
Voorbeeld: Drempel 1.14 wordt ingevoerd als 114, zonder decimaalpunt.

5.3.5 Wijzigen van een alfanumerieke string

Na selectie van de te wijzigen string (bijvoorbeeld de beschrijving
van een deelzone), zal het eerste te wijzigen teken gaan knipperen.
Op dit punt kunnen de tekens worden ingevoerd of vervangen met
behulp van hetzelfde schrijfmechanisme als op mobiele telefoons of
toetsenborden. Door meerdere malen na elkaar op dezelfde toets te
drukken, zal het voorgestelde teken volgens een vooraf bepaalde
sequens veranderen. Hieronder vindt u een tabel met de tekens die
voor elke toets beschikbaar zijn.
Door op de toets C te drukken wanneer het eerste teken knippert,
kunt u de string verlaten zonder dat er wijzigingen worden
geregistreerd.
U kunt binnen de tekenreeks navigeren met behulp van de
navigatietoetsen links en rechts.
Als u op de C-toets drukt terwijl u zich in de tekenreeks bevindt,
wordt het teken links van het knipperende teken gewist.
Desgewenst kunt u een nieuw teken links van het knipperende
teken invoeren.
Druk op de bevestigingstoets om de wijzigingen door te voeren.
1.
Hieronder vindt u een tabel met de toetsen en de bijbehorende
reeks tekens.
2.
Nummertoets
1
2
3
4
3.
5
6
4.
7
8
9
0
In de verpakking van het keypad zit een doorzichtig verwijderbaar
etiket dat gedurende de programmering moet worden aangebracht.
Als het etiket onjuist wordt aangebracht, kunnen de toetsen
blijven hangen
001961
111111
om u binnen het menu te
om naar het volgende niveau te gaan of
Bijbehorende tekenreeks
. , : ; _ - # * ' @ / 1
A B C a b c 2
D E F d e f 3
G H I g h i 4
J K L j k l 5
M N O m n o 6
P Q R S p q r s 7
T U V t u v 8
W X Y Z w x y z 9
(spatie) 0
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vedo34Vedo34mVedo68Vedo68mVedo200Vedo200m

Inhoudsopgave