MONTAGE KEYPADS
Aan de onderkant van de keypads (met of zonder RFID-lezer) zijn
verschillende uitsparingen aangebracht zodat de toetsenborden op
verschillende dragers kunnen worden gemonteerd, bijvoorbeeld de
standaarddoos type 503.
Zoek het gedeelte met de drager van de tamperbeveiliging, met
de voorgeconfigureerde perforatie waardoor de tamperbeveiliging
makkelijk kan worden losgemaakt en de silicone toets met
tamperfunctie kan worden verwijderd. Bewaar hem op een schone
plaats.
Bevestigingsgaten*
Flexibele sluitclips
Positie silicone tamperbeveiliging
Opening voor beveiliging tegen lostrekken
*Aan de onderkant van de keypads (met of zonder RFID-lezer) zijn verschillende
uitsparingen aangebracht zodat de toetsenborden op verschillende dragers
kunnen worden gemonteerd, bijvoorbeeld de standaarddoos type 503.
Bevestiging op doos 503
Zie montageprocedure op pag. 44.
Bevestiging aan de wand
Zie montageprocedure op pag. 44.
BELANGRIJK: monteer de tamperbeveiliging weer op zijn plek
wanneer u de houder sluit. Het zwarte geleidende deel moet
zichtbaar zijn.
Om de certificatie klasse 2 volgens EN50131-1 te garanderen, moet de
tamper correct worden gemonteerd en geconfigureerd
24
3.7.2 RFID-proximitylezer op bus (art. 3000VEDOPROX)
De RFID-proximitylezer op bus maakt het mogelijk om RFID-
sleutels zonder contact te gebruiken om in- en uit te schakelen.
Aan elke gebruiker kan een RFID-sleutel worden gekoppeld. Elke
sleutel kan worden gebruikt voor de deelzones en zones waarvoor
de gekoppelde gebruiker bevoegd is.
Dankzij de specifieke mechanische configuratie van deze lezer
kunnen alle inbouwdozen worden gebruikt die beschikken over een
RJ45-adapter voor netwerkaansluiting met standaard keystone.
Deze uitvoering is compatibel met de RFID-sleutels van Comelit.
BELANGRIJKSTE KENMERKEN
•
Eenvoudige montage met algemene RJ45-keystoneadapter op
frames van inbouwdozen.
•
Vier LEDS met functies die gedeeltelijk kunnen worden
toegewezen.
•
Mogelijkheid voor snelle totale inschakeling.
•
Mogelijkheid om uit verschillende inschakelmodussen te kiezen.
•
Fysieke adressering van het apparaat met behulp van
Kabeldoorgang
dipswitches.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Naam van de fabrikant / leverancier Comelit Group S.p.A.
SNELHEID RFID-LEZERS INSTELLEN
BELANGRIJK: De RFID-lezer stelt zich bij de eerste inschakeling
in om te communiceren op een baudrate van 38400. Om de
communicatiesnelheid te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1. Schakel de voeding van het apparaat in en zet DIP-schakelaar
6 op ON. De LEDS van de RFID-lezer gaan allemaal aan,
vervolgens uit en daarna weer aan (leermodus).
2. Stel in deze toestand de dipswitches 1 en 2 in (zoals aangegeven
in de tabel om de gewenste snelheid te configureren)
3. Zodra de snelheid is ingesteld, zet u DIP-schakelaar 6 weer op
OFF. De snelheid is nu ingesteld.
4. Zet DIP-schakelaars 1 t/m 5 op het in te stellen adres.
De standaardsnelheid van de bus van de Vedo-centrales is
38400 baud.
Kenmerken
Afmetingen (l x h x d) 55 x 48 x 19 mm
Gewicht 28g
10mA in status Idle
Opname (min./max.)
15mA met LEDS aan
45mA tijdens lezen sleutel
Werkingsspanning 10 - 15 V
Bedrijfstemperatuur -10° / + 40° C
Vochtigheidsgraad voor bedrijf max. +85% (niet gecondenseerd)
Type toestel B volgens EN50131-3
Milieuklasse Milieuklasse II
Baud
DIP 1
DIP 2
9600
OFF
OFF
38400
ON
OFF
57600
OFF
ON
115200
ON
ON
Waarde