5. Draai de schroefkoppelingen helemaal vast.
6. Controleer vervolgens het aanhaalmoment, omdat verplaatsing van het afdichtmateriaal het nodig
5.3 De voorvacuümzijde aansluiten
Levensgevaar door vergiftiging wanneer er toxische procesmedia uit beschadigde aansluitin-
gen lekken.
Een plotselinge verdraaiing van de turbopomp in het geval van een storing leidt tot het accelereren
van fittingen. Er bestaat een kans op beschadiging van aansluitingen ter plaatse (bijv., voorvacuüm-
leiding), wat tot lekkages leidt. Dit resulteert in het lekken van procesmedia. Bij processen met toxi-
sche media, bestaat er gevaar voor letsel en levensgevaar door vergiftiging.
► Houd massa's die verbonden zijn met de turbopomp zo laag mogelijk.
► Gebruik indien nodig flexibele leidingen om op de turbopomp aan te sluiten.
Afb. 15:
1 Voorvacuümaansluiting turbopomp
2 Centreerring
3 Klemring
Tot stand brengen van de hoogvacuümaansluiting
1. Met starre leidingverbindingen, inclusief balgen om externe trillingen af te zwakken.
2. Installeer een voorvacuümaansluiting met kleine flenscomponenten, bijv. verbindingselementen
– Aanhaalmoment: 22 ± 2 Nm
kan maken om de schroeven opnieuw vast te draaien.
WAARSCHUWING
Geschikte voorpomp
Gebruik de turbopomp alleen in combinatie met een geschikte voorpomp, die de vereiste
maximale voorvacuümdruk kan leveren. Om de voorvacuümdruk te bereiken, dient u een
geschikte vacuümpomp of een pompstation uit het assortiment van Pfeiffer Vacuum te ge-
bruiken.
In dit geval wordt de voorpomp ook rechtstreeks geregeld via de interfaces van de elektro-
nische aandrijfeenheid van de turbopomp (bijv., relaiskast of verbindingskabel).
Voorbeeld van een voorvacuümaansluiting op de HiPace 300
en leidingcomponenten DN 16 ISO-KF van de
1
2
3
4
Vacuümcomponenten DN 16 ISO-KF
5
Voorpomp (bijv. meertraps rootsvacuümpomp)
Pfeiffer Vacuum Components
4
5
Shop.
Installatie
29/62