N
ETWERK INSTELLEN
Voor de functies voor scannen naar e-mail en scannen naar FTP moet tevens het MFP
correct worden ingesteld in uw netwerk. U moet de volgende netwerkparameters instellen
zodat andere netwerkapparaten het MFP kunnen vinden in het netwerk:
1.
IP-adresset:
2.
IP-adres: .
.
3.
Subnetmasker:
4.
Gateway-IP:.
5.
DNS-server:.
6.
SMTP-server:.
7.
SMTP-poort:25
8.
POP3-server: .
9.
POP3-poort:110
Beschrijving:
1.
IP-adresset:
Kies Automatisch als u de IP-/subnet/gatewayadressen rechtstreeks van de DHCP-
server wilt verkrijgen. Nadat u de instelling van Handmatig in Automatisch hebt
gewijzigd, start het MFP de netwerkkaart automatisch opnieuw op.
2.
IP-adres:
Het IP-adres (Internet Protocol) dat de netwerkbeheerder aan het apparaat heeft
toegewezen.
3.
Subnetmasker:
Het netmaskeradres dat de netwerkbeheerder heeft toegewezen.
4.
Gateway-IP:
Het gateway-IP-adres dat de netwerkbeheerder heeft toegewezen.
5.
SMTP-server:
Het IP-adres van de SMTP-mailserver dat de netwerkbeheerder heeft toegewezen.
6.
SMTP-poort:
Het poortnummer van de SMTP-mailserver.
7.
DNS-server:
Het IP-adres van de DNS-server dat de netwerkbeheerder heeft toegewezen.
8.
POP3-server:
Het IP-adres van uw POP3-server.
9.
POP3-poort:
Het poortnummer van de POP3-mailserver.
Voer de DNS-naam, of het IP-adres en poortnummer van uw POP3-server in als uw
e-mailserver POP3-verificatie vereist, voordat u e-mails verzendt vanaf het apparaat.
OPMERKING
U moet ook de gegevens voor "Van" instellen om e-mail te kunnen verzenden.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Apparaat configureren... > 33