2
3
REF.
BESCHRIJVING
7.
Knoppen STOP/START (Stoppen/Starten)
STOP (Stoppen): Door op deze knop te drukken beëindigt u het kopieer- of het scanproces.
START (Starten):
>
MONO (Zwart/wit): door op deze knop te drukken worden documenten in zwart/wit
gekopieerd, gefaxt of gescand.
>
COLOR (Kleur): door op deze knop te drukken worden documenten in kleur gekopieerd of
gescand.
Het groene statuslampje gaat branden wanneer er kan worden gekopieerd/gescand. Als het groene
lampje niet brandt, werkt de desbetreffende functie niet. Zo brandt bij het faxen bijvoorbeeld alleen
het lampje van MONO (er kan niet in kleur worden gefaxt).
8.
INTERRUPT (Onderbreken): Door op deze knop te drukken schakelt u de onderbrekingsmodus in of
uit. Als de modus is ingeschakeld, brandt het bijbehorende lampje. Als een lange afdruktaak wordt
uitgevoerd en u een kopie moet maken, gebruikt u deze knop om de onderbrekingsmodus te
starten. Als u klaar bent met kopiëren, kunt u nogmaals op de onderbrekingsknop drukken om de
oorspronkelijke afdrukopdracht te hervatten.
Opmerking: u kunt afdrukopdrachten en het afdrukken van rapporten onderbreken.
Kopieeropdrachten en het afdrukken van faxen kunnen echter niet worden onderbroken.
9.
FAX JOB VIEW/CANCEL (Faxopdracht weergeven/annuleren): Als u op deze knop drukt, kunt u de
lijst met verzonden faxberichten bekijken en de faxberichten die niet meer hoeven te worden
verzonden annuleren. Ook kunt u de geschiedenis van de faxberichten bekijken. Zie
weergeven/annuleren' op pagina
10.
POWER SAVE (Energiebesparing): Door op deze knop te drukken schakelt u de energiespaarstand
in of uit. Als de energiespaarstand is geactiveerd, brandt het bijbehorende lampje. Als het apparaat
is overgeschakeld op de energiespaarstand (het aanraakscherm is zwart en het lampje brandt), kunt
u terugkeren naar de normale modus door op de knop POWER SAVE (Energiebesparing) te
drukken.
11.
JOB PROGRAMS (Opdrachtprogramma's): Door op deze knop te drukken kunt u sneltoetsen
maken voor de bewerkingen die u het meest door u worden uitgevoerd. U kunt bijvoorbeeld een
faxnummer dat u iedere dag door u wordt gebruikt programmeren. Als u dit hebt gedaan, kunt u
faxberichten met een druk op de knop naar het desbetreffende faxnummer verzenden. Zie
Programs (Opdrachtprogramma's)' op pagina
12.
REPORTS (Rapporten): Door op deze knop te drukken krijgt u toegang tot verschillende
rapportopties op het aanraakscherm, inclusief het configuratierapport en het informatierapport. Zie
'Rapporten en lijsten' op pagina
13.
SETUP (Instellingen): Door op deze knop te drukken krijgt u toegang tot een groot aantal opties op
het aanraakscherm, inclusief het beheerdersmenu, profielopties en adresboekinstellingen.
1
14
4
107.
128.
130.
Overzicht van het MFP > 16
13
12
11
5
6
10
9
8
7
'Faxopdrachten
'Job