S
CANNEN
B
ASISBEDIENING
1
1.
Leg uw documenten met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer
of met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat.
2.
Druk op het bedieningspaneel op de knop Scan (Scannen) (1) om het scherm
Scan Ready (Gereed voor scannen) te openen.
3.
Selecteer de scanbestemming uit de volgende opties:
>
E-mail
>
USB Memory (USB-geheugen)
>
Local PC (Lokale pc)
>
Network PC (Netwerk-pc)
>
Remote PC (Externe pc)
OPMERKING
Lokale pc: selecteer de doeltoepassing via het bedieningspaneel van het MFP.
Externe pc: selecteer de doeltoepassing vanuit een hulpprogramma op uw pc.
4.
Stel de scanopties naar wens in. Ga voor meer informatie naar de volgende
gedeelten.
5.
Druk op Mono (Zwart/wit) (2) om uw document(en) in zwart/wit te scannen of op
Color (Kleur) (3) om uw document(en) in kleur te scannen.
OPMERKING
Als u het scanproces wilt annuleren, drukt u op Stop (Stoppen) (4) om de
bewerking te annuleren.
Bediening > 112
2
3
4