Opname (Alle standen)
Het aanzetten van de camera duurt lang: Wis bestanden of mappen.
Ontspanknop uitgeschakeld:
• Geheugenkaart is vergrendeld, vol of niet geplaatst (0 21, 22).
• Sluiter vergrendeld is geselecteerd voor Ontspannen bij geen kaart in
het setup-menu (0 273) en er is geen geheugenkaart geplaatst (0 21).
• Ingebouwde flitser wordt geladen (0 55).
• Diafragmaring voor CPU-objectief niet vergrendeld op de hoogste f-waarde
(niet van toepassing voor type G- en E-objectieven).
• Objectief zonder CPU is bevestigd, maar de camera bevindt zich niet in de
stand M (0 72).
Camera reageert traag op ontspanknop: Selecteer Uit voor Persoonlijke instelling
d3 (Belichtingsvertragingsstand; 0 264).
Er wordt geen foto gemaakt als de ontspanknop van de afstandsbediening wordt ingedrukt:
• Vervang de batterij in de afstandsbediening.
• Kies een andere optie dan Uit voor Afstandsbedieningsstand (ML-L3)
(0 175).
• Flitser wordt geladen (0 177).
• De tijd geselecteerd voor Persoonlijke instelling c5 (Wachttijd afst.bed.
(ML-L3), 0 263) is verstreken.
• Fel licht verstoort de afstandsbediening.
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt in continue ontspanstand wordt slechts
één foto gemaakt: Continu opnemen is niet beschikbaar wanneer de
ingebouwde flitser flitst (0 163) of met HDR (hoog dynamisch bereik;
0 155).
Foto's zijn onscherp:
• Draai de selectieknop voor de scherpstelstand naar AF(0 100).
• Camera kan niet scherpstellen met autofocus: Gebruik handmatige
scherpstelling of scherpstelvergrendeling (0 111, 115).
Er klinkt geen signaal:
• Uit is geselecteerd voor Signaalopties > Signaal aan/uit (0 271).
• AF-C wordt geselecteerd als de scherpstelstand of het onderwerp beweegt
wanneer AF-A is geselecteerd (0 100).
302