3
Stel scherp.
Kadreer de beginopname en druk de
ontspanknop half in om scherp te
stellen; om in te zoomen voor
nauwkeurige scherpstelling zoals beschreven in
"Zoomvoorbeeld livebeeld" (0 57), druk op de X (T)-knop.
Merk op dat het aantal onderwerpen dat kan worden
gedetecteerd in gezichtprioriteit-AF afneemt tijdens
filmopnamen.
A
Belichting
De volgende belichtingsinstellingen kunnen worden aangepast in
filmstand:
P, S
A
M
Andere
opnamestanden
1 Belichting voor stand S is gelijk aan stand P.
2 De bovenlimiet voor ISO-gevoeligheid kan worden geselecteerd met behulp van de optie
ISO-gevoeligheid instellen > Maximale gevoeligheid in het
filmopnamemenu (0 257).
3 Ongeacht de optie die is gekozen voor ISO-gevoeligheid instellen >
Maximale gevoeligheid of voor ISO-gevoeligheid (stand M), is
ISO 51200 de bovengrens wanneer Aan is geselecteerd voor Elektronische VR in het
filmopnamemenu.
4 Als Aan is geselecteerd voor ISO-gevoeligheid instellen > Auto ISO-
gevoeligh. (st. M) in het filmopnamemenu, kan de bovenlimiet voor ISO-gevoeligheid
worden geselecteerd met behulp van de optie Maximale gevoeligheid.
In stand M kan sluitertijd worden ingesteld op waarden tussen
/
1
en
8.000
de beeldsnelheid; 0 188). In andere standen wordt de sluitertijd
automatisch aangepast. Als het onderwerp worden over- of
onderbelicht in andere standen dan A of M, beëindig dan livebeeld en
start livebeeld opnieuw of selecteer stand A en pas diafragma aan.
180
Diafragma
1
—
✔
✔
—
sec. (de langst beschikbare sluitertijd varieert afhankelijk van
Sluitertijd
ISO-gevoeligheid
—
—
✔
—
2, 3
—
2, 3
—
✔
3, 4
—
1
/
sec.
25