Bij andere waarden dan ±0,0 knippert de
0 in het midden van de
belichtingsaanduidingen (behalve in
stand M) en wordt een E-pictogram in het
bedieningspaneel en de zoeker
weergegeven nadat u de E-knop
ontspant. De huidige waarde voor
belichtingscorrectie kan worden bevestigd in de
belichtingsaanduiding door op de E-knop te drukken.
Normale belichting kan worden hersteld door belichtingscorrectie
in te stellen op ±0. Behalve in de standen SCENE en EFFECTS wordt
belichtingscorrectie niet teruggezet wanneer de camera wordt
uitgeschakeld (in de standen SCENE en EFFECTS wordt
belichtingscorrectie teruggezet wanneer een andere stand is
geselecteerd of de camera uitgeschakeld is).
A
Stand M
In stand M heeft belichtingscorrectie alleen invloed op de
belichtingsaanduiding; sluitertijd en diafragma veranderen niet.
A
Flitserfotografie
Wanneer een flitser wordt gebruikt, heeft belichtingscorrectie invloed op
zowel flitssterkte als belichting, waarbij de helderheid van zowel het
onderwerp als de achtergrond wordt aangepast. Persoonlijke instelling e3
(Belichtingscorr. voor flitser, 0 265) kan worden gebruikt om de effecten
van belichtingscorrectie alleen voor de achtergrond te beperken.
128