D
Films opnemen
Films worden opgenomen in de sRGB-kleurruimte. In de monitor en in de
uiteindelijke film kunnen flikkeringen, banden of vertekeningen zichtbaar
zijn onder tl-licht of kwikdamp- of natriumlampen, of met onderwerpen die
in beweging zijn, vooral als de camera horizontaal wordt gepand of als een
voorwerp horizontaal met hoge snelheid door het beeld beweegt (voor
informatie over het verminderen van flikkeringen en banden, zie
Flikkerreductie, 0 259). Er kunnen ook flikkeringen verschijnen wanneer
motorgestuurd diafragma in gebruik is. Er kunnen ook gekartelde randen,
valse kleuren, moiré en heldere vlekken verschijnen. In sommige delen van
het beeld met knipperende tekens en andere met tussenpozen
verschijnende lichtbronnen kunnen heldere plekken of banden
verschijnen, of als het onderwerp kort door een strobe of andere heldere,
kortstondige lichtbron wordt verlicht. Richt de camera niet naar de zon of
andere sterke lichtbronnen. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne schakelingen van de
camera tot gevolg hebben. Merk op dat ruis (willekeurige heldere pixels,
waas of lijnen) en onverwachte kleuren kunnen verschijnen als u inzoomt
op het beeld dat zichtbaar is door het objectief (0 57) in filmstand.
Flitslicht kan niet worden gebruikt.
De opname eindigt automatisch wanneer het objectief wordt verwijderd of
de standknop of de livebeeld-selector naar een nieuwe instelling wordt
gedraaid.
Langdurig gebruik van livebeeld kan ertoe
leiden dat de handgreep en delen van de
camera rondom de monitor heet worden. Dit
duidt niet op een defect.
A
Geluidssignalen tijdens livebeeld
Een geluidssignaal kan klinken als u diafragma aanpast, de livebeeld-
selector gebruikt of tijdens livebeeld aan de standknop draait. Dit duidt niet
op een fout of defect.
Vooral dit deel wordt heet.
193